Beschrijving Van Het Apparaat - zenitech 161071 Manual De Usuario

Deze digitale multimeter voldoet aan de elektrische veiligheidsvoorschriften die van toepassing
zijn op elektronische meetinstrumenten en digitale pocketmultimeters, bepaald door de
internationale standaard EN 61010-1 (CAT III 600 V, vervuilingsgraad 2).
Lees de volgende instructies zorgvuldig door voordat u het apparaat gebruikt en houd u aan
de toepasselijke veiligheidsnormen.
Lees deze handleiding aandachtig door om het apparaat veilig te gebruiken.

1.1 Beschrijving van het apparaat

1 SCHERM : 15 mm LCD-scherm, 3-5 cijfers
2 HOLD-TOETS (FUNCTIE VASTHOUDEN) :
• Druk op de toets om de weergave van de gemeten waarde vast te houden.
• Druk nogmaals op de knop om terug te keren naar het normale display..
3 DRAAIKNOP : De draaiknop maakt het mogelijk om de functie en / of het bereik te
wijzigen. De beschikbare functies zijn: spanning, stroom, weerstand, diode, continuïteit,
transistorversterking.
4 INGANGEN :
•
mA en diode- en continuïteitstests (rode kabel)
• COM: ingang voor de gemeenschappelijke kabel (zwarte kabel)
• 10 A: ingang voor meting van stroom groter dan 200 mA (rode kabel).
1.2 Voorzorgsmaatregelen
• Laat het apparaat 30 seconden opwarmen voordat u een eerste meting uitvoert.
• Controleer vóór elk gebruik de staat van de behuizing. Controleer of noch de behuizing, noch
de isolatie rond de ingangen is gebarsten.
• Gebruik alleen de meetsnoeren die met het apparaat zijn meegeleverd. Als de snoeren
beschadigd zijn of moeten vervangen worden, kies dan een model met identieke eigenschap-
pen.
• Controleer de goede werking van het apparaat door te testen met een bekende span-
ningsbron. Het voorkomen van een abnormaliteit is meestal te wijten aan schade aan de
bescherming van het apparaat: laat het apparaat in dat geval repareren voordat u het opnieuw
gebruikt.
• Plaats het apparaat niet in een sterk magnetisch veld, omdat dit onnauwkeurige metingen
kan veroorzaken.
• Plaats het apparaat niet in een omgeving met hoge druk of hoge temperaturen, of een
plaats met stof, explosieve gassen of dampen.
• Controleer voordat u metingen uitvoert of de meetkabels zijn aangesloten op de overeen-
komstige ingangen.
• Als de orde van grootte van de te meten waarde onbekend is, selecteert u het hoogste
meetbereik.
Overschrijd nooit de beschermingslimieten aangegeven in de specificaties voor elk meetbe-
reik.
• Voer geen spanningstest uit met ingang 10A.
• Wees altijd voorzichtig bij het meten van spanningen boven 60V
vingers achter de handbescherming wanneer u een spanning meet.
• Sluit voor het aansluiten van de kabels op het meetcircuit eerst de gemeenschappelijke
kabel en vervolgens het netsnoer aan. Keer de volgorde om wanneer u ze loskoppelt.
• Ontkoppel de circuitsnoeren voordat u de functie en / of het bereik wijzigt.
• Koppel de circuitkabels los voordat u een transistor test.
• Schakel vóór het uitvoeren van een weerstandsmeting of een continuïteit- of diodetest de
stroom uit en ontlaad alle condensatoren.
• Voordat u een stroommeting uitvoert, zet u het circuit zonder stroom, ontkoppelt u het
44
/ hFE/ mAVΩ : ingang voor het meten van spanning, weerstand en stroom in
of 30V~ rms. Laat uw