2.
Duw de luchtverdeler omhoog op de plaatsen die
door de papieren labels worden aangegeven zodat
de snapsloten in elkaar grijpen. U hoort hierbij een
zachte klik.
3.
Houd de luchtverdeler met één hand tegen het
plafond en breng twee grofdradige scherpgepunte
schroeven van 3,5 mm x 19 mm aan op de plaats zoals
getoond in afbeelding 15. Gebruik geen elektrische
schroevendraaier om te voorkomen dat u de gaten
in het plastic doldraait.
4.
Breng eventueel hulpschroeven aan op de
aangegeven plaatsen. Die zijn NIET nodig om de
luchtverdeler aan de contourplaat te bevestigen, maar
kunnen worden aangebracht om esthetische redenen
voor de geometrie. Zie afbeelding 15. Nogmaals,
gebruik geen elektrische schroevendraaier om te
voorkomen dat u de schroeven te vast aandraait.
5.
Filterinstallatie. Schuif de fi lters in de gleuven in de
luchtverdeler. De naar buiten gebogen zijde van de
fi ltergreep wijst naar het plafond. Zie afbeelding 19.
6.
Montage knoppen. Plaats de twee knoppen op de
uiteinden van de schachten van de thermostaat en
de keuzeschakelaar.. Breng de gleuf in de knop op
één lijn met het merkteken op de schakelaar en druk
de knop op zijn plaats.
7.
De stroomtoevoer naar de unit mag nu worden
ingeschakeld.
8.
De unit is nu gereed voor gebruik. Lees de volgende
instructies door voordat u de unit gaat inschakelen.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
A. Bedieningselementen
AFB. 16
Keuzeschakelaar
1. De keuzeschakelaar heeft 10 standen, waaronder
"UIT". Gebruik de keuzeschakelaar voor het afstellen
van de ventilator, de verwarming en de koeling. Zie
afbeelding 16.
2. De thermostaat regelt het in- en uitschakelen van
de compressor en het verwarmingselement in het
temperatuurbereik van 18,5° C tot 32,5° C op de
luchtaanvoeropening van de luchtverdeler afhankelijk
van de knoppositie. Zie afbeelding 16.
Belangrijk:
wanneer de unit is ingeschakeld en er
volgens de thermostaat moet worden gekoeld, start de
compressor. Als de unit handmatig is uitgeschakeld via
de keuzeschakelaar of automatisch via de thermostaat,
wacht dan altijd 2-3 minuten voordat u de unit weer
inschakelt. Zo kan de druk van het koudemiddel in de
unit zich stabiliseren zodat de compressor opnieuw kan
starten.
Thermostaatknop
B. Koelen (blauw vlak)
1.
Stel de thermostaat in op de gewenste temperatuur.
Zie afbeelding 17.
AFB. 17
Grijs vlak Ventilator
Blauw vlak
Koelen
2.
Selecteer de gewenste ventilatorstand:
a.
HOOG: voor maximale koeling en ontvochtiging.
b.
GEMIDDELD: voor normale of gemiddelde
koeling.
c.
LAAG: houdt de ruimte op de gewenste
temperatuur. Deze stand wordt meestal 's nachts
gebruikt.
De compressor slaat af als de juiste temperatuur is bereikt.
De ventilator draait als de compressor uit is voor een
uniforme temperatuur in de caravan.
C. Alleen ventilator (grijs vlak)
1.
Hiermee kunt u de lucht in de caravan laten circuleren
zonder koeling of verwarming. Er zijn drie standen:
HOOG, GEMIDDELD en LAAG. Zie afbeelding 17.
D. Verwarmen (rood vlak)
Opmerking: het verwarmingselement is niet bedoeld voor
comfortverwarming van uw caravan bij koud weer. Plaats de
keuzeschakelaar in dit vlak om de ergste kou weg te nemen.
1. Zet de keuzeschakelaar in het rode vlak. Er zijn
drie standen: HOOG, GEMIDDELD en LAAG. Zie
afbeelding 16.
Gebruik de lage ventilatorstand met de elektrische
verwarmingsstrips (bij een hogere stand voelt de
uitlaatlucht koel aan, maar alle verwamingsstanden
leveren de caravan dezelfde hoeveelheid watt aan
elektrische verwarming
2.
De ventilator start direct. De verwarmingsfunctie start
als de juiste temperatuur niet wordt bereikt.
3.
Het element "schakelt uit" als de juiste temperatuur is
bereikt. De ventilator blijft draaien om de temperatuur
te handhaven.
E. UIT-STAND (Keuzeschakelaar
1. Kies deze stand om de unit uit te schakelen.
19
Kouder
Rood vlak Verwarmen
)