6. ONDERHOUDSSCHEMA
DAGELIJKS
IEDERE 50 UUR
IEDERE 100 UUR
GB
GB
IEDERE 200 UUR
GB
NL
IEDERE 500 UUR
GB
GB
GB
GB
IEDERE 1.000 UUR
GB
(24 MAANDEN)
GB
GB
GB
OPMERKING : (*)
GB
De olie dient voor de eerste keer te worden ververst na twintig (20) uur gebruik. Daarna dient olie verversen elke 100
■ ■
GB
uur plaats te vinden.
GB
Voordat de olie wordt ververst, moet een geschikte manier worden gevonden om de afgewerkte olie weg te gooien.
■ ■
GB
Gooi deze niet in de afvoer, in de tuin of in open water. Uw plaatselijke bestemmings- of milieuregels geven
hieromtrent gedetailleerde instructies.
12
Controleer oliepeil
■
Controleer alle componenten, aangegeven in "CONTROLES VOOR HET IN
■
WERKING STELLEN"
Was het filterelement - vaker als dit in een vuile of stoffige omgeving
■
wordt gebruikt.
Controleer de bougie, reinig indien noodzakelijk.
■
Vervang de motorolie * - vaker als de motor in een vuile of stoffige
■
omgeving wordt gebruikt.
Stel de afstand van de bougie-elektroden in.
■
Maak het brandstoffilter schoon.
■
Vervang bougie en filterelement.
■
Reinig carburateur, kleppenspeling, klepzitting en cilinderkop en stel
■
opnieuw af.
Controleer de onderdelen van het bedieningspaneel.
■
Controleer de rotor en de starter.
■
Vervang het rubberen montageblok van de motor.
■
Geef de motor een onderhoudsbeurt.
■
Vervang de brandstofleiding.
■