10. VOORBEREIDINGEN VOOR OPSLAG (Zie Afb. 6 6 )
Onderstaande procedures dienen gevolgd te worden voordat uw generator wordt opgeslagen voor een periode van 6 maanden
of langer.
Laat de brandstof voorzichtig uit de tank lopen door de brandstofleiding los te koppelen.
■ ■
Benzine die achterblijft in de tank zal na een tijdje achteruit gaan in kwaliteit en het moeilijk maken de motor te starten.
Verwijder de aftapschroef van de carburateur. (Zie Afb. 6-q)
■ ■
q AFTAPSCHROEF
Ververs de motorolie.
■ ■
Controleer of er bouten en schroeven zijn losgeraakt, schroef deze vast als dit nodig is.
■ ■
Reinig de generator grondig met behulp van een doek met olie. Spuit met een beschermingsmiddel indien dit
■ ■
voorhanden is. GEBRUIK NOOIT WATER OM DE GENERATOR TE REINIGEN !
Trek aan de handgreep van de starter totdat u weerstand voelt en laat de handgreep in die positie staan.
■ ■
GB
Bewaar de generator in een goed geventileerde, niet te vochtige ruimte.
■ ■
GB
11. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
GB
NL
Als de motor van de generator na verscheidene pogingen weigert te starten of als er geen elektriciteit geproduceerd wordt
via de aansluitingen, dient u onderstaande tabel te raadplegen. Als uw generator vervolgens nog steeds niet start of geen
GB
elektriciteit opwekt, Neem contact op met de dichtstbijzijnde DOLMAR vertegenwoordiger of een erkende
GB
onderhoudsmonteur voor meer informatie of maatregelen om het probleem te verhelpen.
GB
Als de motor weigert te starten :
GB
Controleer of de motorschakelaar in de juiste stand
GB
staat.
GB
Controleer het brandstofpeil.
GB
Controleer of de generator niet aan een apparaat is
GB
aangesloten.
GB
Controleer de bougie op losse bougiedop.
GB
GB
Controleer de bougie op vuil.
GB
Controleer het motoroliepeil.
Als er geen elektriciteit geproduceerd wordt via de aansluitingen:
Controleer of "O_Lod" (Overbelast) wordt
aangegeven op het display van de Multi Monitor.
Controleer of de stroomonderbreker voor
gelijkstroom uit staat.
Controleer het wisselstroom stopcontact en de
gelijkstroom aansluitingen op losse contacten.
Ga na of het starten van de motor werd
geprobeerd terwijl er reeds apparaten waren
aangesloten.
16
Zet de motorschakelaar op "
Vul de tank als deze leeg is, zorg er voor niet te ver te
vullen.
Zet de stroomschakelaar van een eventueel
aangesloten apparaat uit en trek de stekker uit de
aansluiting.
Duw de bougiedop op zijn plaats als deze los zit.
Verwijder de bougie en maak de elektroden
schoon.
Als het oliepeil laag is, vul dan bij tot aan het
hoogste niveau op de peilstok.
Stop de motor en controleer de apparatuur en/of
de generator op obverbelasting.
Druk de stroomonderbreker in de " " (AAN) stand
nadat u heeft vastgesteld dat de totale stroomsterkte
van het elektrische apparaat binnen de toegestane
limieten ligt en er geen defecten aan het apparaat
zijn.
Zet aansluiting vast indien nodig.
Zet de schakelaar op het aangesloten apparaat uit
en trek de stekker uit de aansluiting. Doe de
stekker weer terug in het stopcontact nadat de
generator goed gestart is.
" (CHOKE).