MONTAGE VAN HET AUTOSTOELTJE
1) Lichaamslengteklasse 40-105 cm, max. 19 kg, naar
achteren gericht
1 . Stel bij de knop RotationControl de leeftijd van uw kind in.
2 . Zet het kinderautostoeltje in de maximale ligstand en draai het zo dat het
naar de ronde zitpositie (R) wijst in achterwaarts gerichte stand.
3 . Druk de zijdelingse Isofix-connectorknoppen aan beide kanten in om de
Isofix-connectoren in de lengte uit te schuiven.
4 . Klap de steunpoot uit op de eerder beschreven wijze.
5 . Schuif de Isofix-connectoren naar de Isofix-houders op de stoel van de
auto en laat ze vastklikken.
6 . Duw het autostoeltje stevig tegen de rugleuning van de autostoel. Let
erop dat beide Isofix-indicatoren groen worden.
7 . Stel de hoogte van de steunpoot in en zorg ervoor dat deze stabiel in de
voetruimte van uw auto staat.
8 . Controleer of de indicator op de steunpoot groen is geworden.
9 . Om uw kind comfortabel in het zitje te plaatsen, draait u het autostoeltje
in de richting van de autodeur.
10 . Maak de gordelgesp van het autostoeltje los en leg de gordels op de
buitenkant van het autostoeltje.
11 . Plaats uw kind in het autostoeltje.
12 . Stel de hoogte van de hoofdsteun in zoals eerder is beschreven.
13 . Sluit de gordelgesp weer tot u een klik hoort.
14 . Trek aan het voorste verstellipje om de gordels strak te trekken. Let erop
dat de gordels niet verdraaid zijn.
15 . Draai het autostoeltje naar de achterwaarts gerichte positie. Controleer
of het autostoeltje in deze positie is vastgeklikt.
- 59 -
NL