KNF N952KTE-W Manual De Instrucciones página 327

membraanpomp N952KTE-W N952KT.29E-W
Vertaling van de originele bedienings- en installatie-instructies, KNF 339866-336533
02/23
7.4.1 Analoge regelspanning
Het toerental van de pomp wordt als volgt direct evenredig
aan de regelspanning geregeld:
à
minimaal toerental = minimale regelspanning van 0,1 V,
à
maximaal toerental = maximale regelspanning van 5,0 V.
Als de regelspanning kleiner dan 0,1 V is, blijft de pomp stan-
daard UIT.
De toerentalinstelling verloopt via de analoge spanning op pin
1 van de 9-polige D-sub-besturingsaansluiting (zie Tab. 13
[} 30]).
Optionele instellingen
Op verzoek kunnen standaard volgende instellingen veran-
derd worden:
à
Veranderen van de minimale en maximale waarden van
de stuurspanning in het bereik van 0...5V.
à
Gedrag van de pomp bij onderschrijden van de minimale
stuurspanning:
à
Pomp blijft staan of
à
pomp werkt met minimaal toerental. In dit geval kan
de pomp alleen nog via de REMOTE ON/OFF uitge-
schakeld worden.
à
De onderste en bovenste toerentalgrens kan klantspeci-
fiek binnen het toegestane bereik geparametreerd wor-
den.
7.4.2 PWM-setpuntinstelling
Het PWM-signaal kan volgens de waarden van Tab. 13 [} 30]
worden ingesteld. Het signaal is recht evenredig met het toe-
rental: 1% PWM betekent minimaal toerental van de pomp en
99% van het maximale toerental.
Als er tegelijkertijd twee signalen voor de toerentalinstelling
zijn: op pin 5 als PWM-signaal en op pin 1 als analoog signaal
wordt het PWM-signaal als setpuntwaarde genomen en wordt
het analoge signaal genegeerd.
Gebruik
NL
31