• Zodra de Meter klaar is voor de test en de 80 seconden
aftelling op het scherm verschijnt, plaatst u het lancet stevig
langs de vinger en drukt u op de knop. Druk voorzichtig op de
aanzet van de vinger totdat er zich een bloeddruppel vormt.
Druk niet op het prikgebied en
laat de bloeddruppel niet over
de vinger uitlopen.
• Voor u het monster op de Chip
aanbrengt, moet u ervoor zorgen
dat u een bolvormige en
voldoende grote druppel hebt
(zo groot als een traan), groot
genoeg om een kleine
hoeveelheid bloed (restant) bij
de opbrengzone
achter te laten.
De techniek van de
bloedafname kan van
invloed zijn op het
testresultaat. Niet in het
prikgebied in de vinger
knijpen of deze "melken",
dit kan het stollingsproces
beïnvloeden.
Wanneer u de Meter gebruikt
voor meerdere patiënten mag u alleen lancetten voor
eenmalig gebruik gebruiken.
• Breng de bloeddruppel meteen aan bij de opbrengzone van
de Chip.
De bloeddruppel moet direct na het prikken worden
aangebracht omdat na het prikken de bloedstolling
wordt geactiveerd.
Breng de bloeddruppel aan zonder de vinger tegen de
Chip aan te houden. Dit blokkeert namelijk de ingang
van de Chip waardoor het bloed niet wordt opgezogen.
Breng het monster in een enkele poging aan. Breng
nooit meer bloed aan op de Chip.
• Verwijder de vinger na het
geluidssignaal voorzichtig, waarbij
een kleine hoeveelheid bloed
(restant) bij de opbrengzone van
de Chip achterblijft zoals getoond
in de afbeelding.
• Indien u de test moet herhalen,
voer dan de vingerprik uit in een
andere vinger, gebruik hiervoor een nieuwe Chip en priklancet.
84