Onderhoud
Voorwaarden
Materiaal en ge-
reedschap
Aanwijzingen
voor de handel-
wijze
56
10.2.2 Vacuümsysteem reinigen
à
Reinig het vacuümsysteem alleen met een vochtige doek
en niet-ontvlambare reinigingsmiddelen.
à
Blaas de onderdelen schoon als er perslucht aanwezig is.
10.3 Membraan, ventielplaten/dichtingen en O-
ringen vervangen
Vacuümsys-
teem
Aan-
Materiaal
tal
®
1
TORX
-schroevendraaier T20 met koppelweergave
1
Steeksleutel nr. 14
®
1
TORX
-schroevendraaier T25 met koppelweergave
(alleen voor SH840G en SR840G)
1
Reserveonderdelenset (zie hoofdstuk 11 Reserveon-
derdelen en accessoires [} 70])
1
Viltstift
Tab.22:
à
Vervang membraan, ventielplaten/pakkingen en O-ringen
altijd tezamen om de pompcapaciteit te behouden.
à
Vervang membraan en ventielplaten/pakkingen van de af-
zonderlijke pompkoppen na elkaar.
à
Standaard worden bij het onderhoud alleen de elastomeer
onderdelen van de pomp vervangen. Raadpleeg voor het
onderhoud van het complete vacuümsysteem het hoofd-
stuk 10.4 O-ringen van het complete vacuümsysteem ver-
vangen (optioneel) [} 67].
Vertaling van de originele bedienings-instructies, KNF 325562-325564 02/23
Vacuümsysteem SH820G / SR820G / SH840G / SR840G
Noodzakelijke voorwaarden
- Vacuümsysteem uitgeschakeld en netstek-
ker uit het stopcontact getrokken
- Vacuümsysteem gereinigd en vrij van ge-
vaarlijke stoffen
- Slangen van pneumatische pompinlaat en
pompuitlaat zijn verwijderd