61
Klimaatklasse
Omgevingstemperatuurf
SN
N
ST
T
De toestellen mogen niet aan regen
worden blootgesteld. Voldoende lucht
moet onderin in het achtergedeelte van
de toestellen kunnen circuleren, slechte
luchtcirculatie kan namelijk de prestaties
beïnvloeden. Ingebouwde toestellen
moeten uit de buurt van warmtebronnen
zoals kachels en rechtstreeks zonlicht
worden geplaatst.
Dagelijks gebruik
Toebehoren
1)
Verplaatsbare schappen/lades
Er werden diverse glazen of plastic
schappen of draadmanden met uw toestel
meegeleverd - verschillende modellen
hebben verschillende combinaties
en verschillende modellen hebben
verschillende kwaliteit.
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal geleiders zodat de
schappen naar wens kunnen worden
geplaatst.
Het positioneren van de deurplanken
Om voedingspakketten van verschillende
afmetingen op te kunnen bergen, kunnen
de deurplanken op verschillende hoogtes
worden geplaatst.
Om deze aanpassingen uit te voeren, dient
u geleidelijk de plank in de richting van de
pijlen te trekken totdat deze loskomt en te
herpositioneren zoals vereist.
Groentelade
Voor het opslaan van groenten en fruit.
+10°C tot +32°C
+16°C tot +32°C
+16°C tot +38°C
+16°C tot +43°C
Waterpas stellen
Het toestel moet waterpas worden gesteld
om trillingen uit te sluiten. Om het toestel
waterpas te stellen, moet het rechtop
staan en beide stelbouten moeten stevig
contact maken met de vloer. U kunt ook
het niveau bijstellen door aan de voorzijde
de juiste stelbouten uit te draaien (gebruik
uw vingers of een geschikte steeksleutel).
Elektrische aansluiting
Opgelet! Alle vereiste elektrische
onderhoudswerkzaamheden aan het toestel
moeten door een bevoegd elektricien of
competent persoon worden uitgevoerd.
Waarschuwing! Dit toestel moet geaard
worden. De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid
af indien deze veiligheidsmaatregelen niet in
acht worden genomen.
IJsblokjeshouder
Voor het maken en het opslaan van
ijsblokjes.
Koelvak
2)
Voor het opslaan van voedsel dat niet
bevroren hoeft te worden, en een ander
deel dat geschikt is voor andere soorten
voedsel.
Diepvriesvak
2)
Voor het invriezen van vers voedsel en
bewaren van ingevroren en diepgevroren
voedsel voor een lange tijd.
Het ontdooien van voedsel
In het koelvak.
Bij kamertemperatuur.
In een magnetron.
In een conventionele oven of heteluchtoven.
Ontdooid voedsel moet alleen opnieuw
ingevroren te worden in uitzonderlijke
gevallen.
1) Als het toestel betreffende accessoires en functies bevat.
2) Als het toestel een vriesvak bevat.
2)