•
Verwijder de 5-punts veiligheidsgordels voor de montage. Zie
afb. 32 voor stap-voor-stap instructies hierboven (hoofdstuk 2.5,
hoofdstuk A).
•
Plaats het stoeltje op de autostoel. Duw het met uw knie naar
beneden om ervoor te zorgen dat het goed tegen de rugleuning
aansluit.
•
Plaats uw kind in het stoeltje en pas de hoogte van de hoofdsteun
aan uw kind aan door aan de hoogteverstelhendel (N) te trekken.
Zie afb. 8
•
Trek de autogordel uit.
•
Trek de schoudergordel door de hoofdsteungeleider (O). Zie afb. 33
•
Trek de heupgordel onder de armleuning door de rode geleider
(E). Zie afb. 34
•
Trek beide gordels onder de andere armleuning van de stoel (E) en
maak de gordel vast totdat u een kenmerkende "klik" hoort. Zie afb. 35
•
Zorg ervoor dat de gordel niet te los zit. Trek de gordel aan in de
richting van het oprolmechanisme. De gordel moet voldoende strak
zitten, maar mag het kind niet afknellen of beknellen. Zie afb. 21
Let op! Controleer de veiligheidsgordels. De veiligheidsgordels moeten
door de schoudergeleider bovenaan de rugleuning en de heupgeleider
onderaan de stoel lopen.
Belangrijk! Gebruik het stoeltje niet voor andere doeleinden dan die
welke in de gebruiksaanwijzing worden genoemd, zoals het plaatsen
van zware voorwerpen.
Denk eraan! de veiligheidsgordel moet volgens de instructies worden
afgelegd.
4. Verwijderen van de bekleding
•
Zet de hoofdsteun zo hoog mogelijk. Zie afb. 8
•
Verwijder de bekleding van de hoofdsteun, de 5-puntsgordel, het
‑ 79 ‑
NL