■
Doe de gewenste hoeveelheid straalmiddel
in het straalmiddelreservoir
■
Let erop dat u de maximale inhoud van het
reservoir van 900 ml niet overschrijdt.
■
Draai vervolgens de schroefdop
straalmiddelreservoir
klok mee weer vast.
OPMERKING OVER DE KORREL
VAN HET STRAALMIDDEL
►
Hoe groter/grover de korrel van het straal-
middel, des te grover vuil kan worden verwij-
derd. Het meegeleverde middel is eerder fijn
te noemen en is geschikt voor het verwijderen
van bijvoorbeeld verf en vliegroest. Het fijne
middel richt ook minder schade aan de op-
pervlakken aan, wat kan meewegen bij de
keuze voor dit middel. Voor grove roest wordt
bijvoorbeeld altijd een grofkorrelig middel
gebruikt, dat online (zie het hoofdstuk Impor-
teur) of in de betere vakhandel te koop is.
Houd ook rekening met de maximale korrel-
grootte.
Persluchtbron aansluiten
OPMERKING
►
Het persluchtzandstraalpistool
worden gebruikt met perslucht die vrij is van
condensatievocht en olie. Een maximale
werkdruk van 6,3 bar op het apparaat niet
mag worden overschreden. De persluchtbron
moet zijn uitgerust met een (filter-) drukrege-
laar, zodat de luchtdruk kan worden gere-
geld.
♦
Sluit het persluchtzandstraalpistool
een geschikte persluchtbron. Druk de snelkop-
peling van de persluchtslang op de nippel
van het persluchtzandstraalpistool
De vergrendeling vindt automatisch plaats.
OPMERKING
►
Controleer of de draaiknop
voordat u het apparaat aansluit op de pers-
luchtbron.
PDSP 1000 E6
.
van het
met de wijzers van de
mag alleen
aan op
.
op
staat
Persluchtzandstraalpistool
gebruiken
■
Bereid het te bestralen werkstuk zorgvuldig voor.
Maak het in ieder geval schoon.
OPMERKING
►
Stof- en vetafzettingen hebben een aanzienlijk
negatief effect op het resultaat.
■
Dek of plak alles wat niet moet worden bestraald
zorgvuldig af.
■
De afstand van het hulpstuk tot het te bewerken
oppervlak speelt een essentiële rol. Deze dient
zo klein mogelijk te zijn, om ervoor te zorgen
dat het straalmiddel
kan worden opgevangen.
■
Hoe dichter u het apparaat op het werkstuk
houdt, des te kleiner is het gebied dat u be-
werkt, en omgekeerd.
■
Voer eventueel een proef uit op een werkstuk
dat u niet meer nodig hebt. Zo bepaalt u de
juiste afstand/werkdruk en voorkomt u dat het
werkstuk te diep wordt gezandstraald.
Inschakelen
■
Zet de draaiknop
te openen.
■
Richt het persluchtzandstraalpistool
bewerken oppervlak.
■
Druk op de trekker
straalpistool
in werking te stellen.
Uitschakelen
■
Laat de trekker
los om het persluchtzand-
straalpistool
uit te schakelen.
■
Zet de draaiknop
te sluiten.
■
Koppel het apparaat los van de persluchtleiding
nadat u ermee hebt gewerkt.
OPMERKING
►
Koppel de slang eerst los van de persluchtbron
en pas daarna van het apparaat. Op die
manier voorkomt u dat de slang ongecontro-
leerd rondzwiept.
in de opvangzak
op
om het luchtventiel
op het te
om het persluchtzand-
op
om het luchtventiel
NL │ BE
│
37
■