10.2 Veiligheidsvoorziening
bladbescherming (5) reinigen
Controleer voor ingebruikname altijd de zaagbladbe-
scherming op vervuiling.
Verwijder oud zaagsel en oude houtsplinters met be-
hulp van een borstel of een vergelijkbaar geschikt ge-
reedschap.
10.3 Tafelinzetstuk vervangen
Gevaar!
Als het tafelinzetstuk (10) beschadigd is, bestaat het risi-
co dat kleine voorwerpen tussen het tafelinzetstuk en het
zaagblad vast komen te zitten en het zaagblad blokkeren.
Vervang beschadigde tafelinzetstukken onmiddel-
lijk!
• Draai de schroeven op het tafelinzetstuk los. Ver-
draai zo nodig de draaitafel en kantel de zaagkop
om bij de schroeven te kunnen komen.
• Verwijder het tafelinzetstuk.
• Plaats een nieuw tafelinzetstuk.
• Draai de schroeven op het tafelinzetstuk vast.
10.4 Inspectie van de koolborstels
Controleer de koolborstels bij een nieuwe machine
na de eerste 50 bedrijfsuren of wanneer nieuwe kool-
borstels worden gemonteerd. Controleer na de eerste
controle om de 10 bedrijfsuren.
Wanneer de koolstof tot een lengte van 6 mm versleten
is of de veer of shuntdraad verbrand of beschadigd is,
moet u beide borstels vervangen. Wanneer de borstels
na het demonteren als inzetbaar beschouwd worden,
kunt u ze weer inbouwen.
Open beide vergrendelingen linksom (zoals in afbeel-
ding 21 weergegeven) om onderhoud aan de koolbor-
stels te verrichten. Verwijder vervolgens de koolbor-
stels.
Plaats de koolborstels in omgekeerde volgorde terug.
10.5 Vervangen van het zaagblad (afb. 1/2/14-17)
Netstekker loskoppelen!
Let op!
Draag veiligheidshandschoenen bij het wisselen
van het zaagblad! Gevaar voor letsel!
• De machinekop (4) naar boven zwenken en met de
borgbout (23) vastzetten.
• Draai de bevestigingsschroef (5a) van het deksel los
met behulp van een kruiskopschroevendraaier.
WAARSCHUWING!
Draai deze schroef er niet helemaal uit (afb. 14).
88 | NL
beweegbare
zaag-
www.scheppach.com
• Klap de zaagbladbescherming (5) zover omhoog dat
de zaagbladbescherming (5) zich boven de flens-
bout (28) bevindt.
• Zet met de ene hand de binnenzeskant- of inbus-
sleutel (C) op de flensbout (28).
• Inbussleutel (C) vasthouden en de zaagbladbe-
scherming (5) langzaam sluiten, tot deze tegen de
inbussleutel (C) aan staat.
• Zaagasblokkering (30) goed aandrukken en de flens-
bout (28) langzaam rechtsom draaien. Na max. een om-
wenteling wordt de zaagasblokkering (30) vergrendeld.
• Nu met iets meer kracht de flensbout (28) rechtsom
draaien.
• Flensbout (28) volledig er uit draaien en de buiten-
flens (29) wegnemen.
• Het zaagblad (6) van de binnenflens (31) wegnemen
en omlaag wegtrekken.
• Flensbout (28), buitenflens (29) en binnenflens (31)
zorgvuldig reinigen.
• Het nieuwe zaagblad (6) in de omgekeerde volgorde
weer terugplaatsen en aandraaien.
• Klap de zaagbladbescherming (5) zover omlaag tot
de zaagbladbescherming (5) in de bevestigings-
schroef (5a) hangt.
• Draai de bevestigingsschroef (5a) weer vast.
• Let op!
• De versteksnede van de tanden, dit betekent de
draairichting van het zaagblad (6) moet overeenko-
men met de richting van de pijl op de behuizing.
• Controleer voor het vervolgen van de werkzaamhe-
den de werking van de veiligheidsvoorzieningen.
• Let op!
Controleer na elke vervanging van het zaagblad, of
het zaagblad (6) in verticale positie alsook op 45° is
gekanteld, vrij in het tafelinzetstuk (10) loopt.
• Let op!
Het vervangen en uitlijnen van de zaagbladen (6)
moet conform de voorschriften worden uitgevoerd.
10.6 Afstellen van de laser (afb. 19-20)
Als de laser (32) niet meer de juiste zaaglijn aangeeft,
kan deze worden bijgesteld. Verwijder hiertoe de
schroeven (32b) en verwijder het voorste deksel (32a).
Draai de kruiskopschroeven (E) los. Stel de laser door
zijdelings verschuiven dusdanig in dat de laserstraal de
snijtanden van het zaagblad (6) raakt.
Wanneer de laser is afgesteld en vastgezet, monteert u
het voorste deksel door de twee schroeven (32b) hand-
vast aan te draaien.
De machine moet voor het afstellen van de laser op het
stroomnet zijn aangesloten.