C
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
OPGELET!
• Schakel het apparaat altijd uit voordat u het reinigt.
• Maak het apparaat nooit schoon met een brandbaar of
agressief schoonmaakmiddel (zoals benzeen of white
spirit), metalen borstel, schuursponsje, staalwol of een
scherp voorwerp.
• Dompel het apparaat, het snoer of de stekker nooit in
water.
• Maak het apparaat regelmatig schoon en vermijd ophoping van
stof voor de beste prestaties en om de noodzaak aan reparaties
te beperken en een lange levensduur te waarborgen.
• Maak de buitenkant schoon met een zachte en vochtige doek.
Zorg dat er geen vloeistof in het apparaat terechtkomt.
De luchtinlaatfilter/-deksel reinigen
• Reinig de bovenste/onderste luchtinlaatfilter/-deksel elke 2
maanden wanneer het apparaat wordt gebruikt in een stoffige
omgeving of na ongeveer 100 bedrijfsuren om een beperking
van de luchtstroom en daaruit vloeiende beschadiging aan het
apparaat te vermijden.
1.
Houd het lipje van de bovenste luchtinlaatfilter vast en verwijder de filter. Gebruik de
handgreep aan de onderkant van het onderste luchtinlaatdeksel om het op te tillen
en te verwijderen.
2.
Spoel de onderdelen schoon onder stromend water aan de kant tegengesteld aan
de richting van de luchtstroom. Gebruik een mild reinigingsmiddel in geval van
hardnekkig vuil.
3.
Laat de onderdelen in de open lucht drogen.
4.
Installeer alle onderdelen opnieuw op de juiste plaats.
Het apparaat handmatig legen
• Er kan zich condens binnenin het apparaat ophopen, in het
bijzonder in een vochtige omgeving of wanneer er grote
temperatuurschommelingen tussen dag en nacht zijn.
42
NL