1.
Verwijder de testkabels uit de meter.
2.
Plaats de DFA3 parallel aan de schacht van de motor. (max. 2 cm afstand) -
Noteer het oriëntatie symbool! (6)
3.
Schakel het apparaat in met de hoofdschakelaar (1).
4.
Ofwel de groene LED "R" (4) of de rode LED "L" (5) brandt. Dit toont de
draairichting van het veld. (R = rechts/rechtsom, L = links/linksom)
De motoraansluiting controleren
1.
Sluit de banaanstekker van de testkabel aan op de ingangsaansluitingen
van het apparaat. Noteer de kleuren of de codering (L1, L2, L3) van de
stekkers!
2.
Steek de krokodilklemmen in de andere uiteinden van de testkabels.
3.
Bevestig
(L1 - U, L2 - V, L3 - W)
4.
Schakel het apparaat in met de hoofdschakelaar (1).
5.
Noteer het oriëntatie symbool! (6)
6.
Draai de schacht van de motor een halve omwenteling naar rechts
(rechtsom).
7.
Ofwel de groene LED "R" (4) of de rode LED "L" (5) brandt. Dit geeft de
draairichting van de motor wikkelingen aan.
Een magnetisch veld controleren
1.
Om een magnetisch veld te testen, plaatst u de DFA3 dicht bij een spoel
(e.B. magneetventiel).
2.
Schakel het apparaat in met de hoofdschakelaar (1).
3.
Ofwel de groene LED "R" (4) of de rode LED "L" (5) brandt. Dit duidt op de
aanwezigheid van een magnetisch veld.
de
krokodilklemmen
aan
de
11
Nederlands
motoraansluitingen.