• Probeer niet om de batterij van de TNS of Programmer zelf te vervangen, zelfs als u denkt dat het
apparaat niet meer werkt. De batterij in de TNS of Programmer mag alleen door medewerkers van
Spinal Modulation worden vervangen.
• Gebruik geen apparatuur van een ander merk om de Stimulator te programmeren. Gebruik
uitsluitend de door Spinal Modulation geleverde Programmer.
• Sta niet toe dat onbevoegde personen de Programmer gebruiken. Dat kan ongewenste
veranderingen in de programmering veroorzaken.
• Gebruik de Programmer en de Stimulator niet in de nabijheid van explosieve of ontvlambare gassen.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
• Gebruik de lader niet als het snoer beschadigd is. Dat kan letsel veroorzaken of de Stimulator
beschadigen.
• Trek de stekker van de lader uit het stopcontact als u deze niet gebruikt.
•
Vermijd onnodige programmering van uw apparaat. De batterij loopt sneller leeg als het apparaat
vaak wordt gebruikt.
• Probeer niet om de batterij te openen of te versnipperen.
• Sluit de batterij niet kort.
• Stel de batterij niet bloot aan mechanische schokken.
• Zorg er bij lekken in de batterij voor dat de vloeistof niet in aanraking komt met uw huid of ogen.
Gebeurt dat wel, was het desbetreffende gedeelte dan met veel water en raadpleeg een arts.
• In geval van een niet-werkende eenheid, zal het personeel van Spinal Modulation de plus (+)
en min (–) markeringen controleren op de batterij en de apparatuur voor een goede werking.
Ze zullen ook de batterijpolen schoonvegen met een droge doek als ze vuil zijn.
• Houd de batterij buiten bereik van kinderen.
• Roep onmiddellijk medisch advies in als iemand de batterij heeft ingeslikt.
• Houd de Programmer schoon en droog om defecten in de batterij te vermijden.
Voorzorgsmaatregelen – Voor uw behandeling
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te verzekeren dat u de juiste behandeling ontvangt:
• Volg de juiste methoden voor wondverzorging zoals de arts u die heeft verstrekt.
• Wrijf of druk niet op de implantatieplaats. Hierdoor kunnen de leads van hun plaats komen of kan uw
huid worden aangetast. Het kan er ook toe leiden dat het INS-apparaat van zijn plaats komt.
• Draag de TNS boven uw kleding of aan een riem.
• Veranderingen in uw lichaamspositie kunnen de pijn vergroten of onaangename stimulatie
veroorzaken. Gebruik de Programmer om de stimulatie-instellingen te regelen. Schakel de stimulatie
zo nodig UIT.
• Vermijd sterk buigen, draaien en rekken. Til geen voorwerpen op die meer dan vijf kilo wegen. Door
deze activiteiten kunnen de leads van hun plaats komen. U kunt een hoger of lager stimulatieniveau
ondervinden.
• Vermijd autorijden en bedien geen andere, mogelijk gevaarlijke machines terwijl de stimulatiefunctie
AAN staat. Als er plotselinge veranderingen in de stimulatie optreden, kunt u worden afgeleid van
het rijden of bedienen van de apparatuur.
5