• Uw Stimulator kan de werking van andere implanteerbare hulpmiddelen zoals pacemakers en
implanteerbare defibrillators storen. Informeer uw arts over eventuele andere implanteerbare
hulpmiddelen die u hebt of zult krijgen.
• Laat uw huisarts of zorgverleners weten dat er bij u een Stimulator is geplaatst. Praat met uw
arts voordat u electieve medische ingrepen ondergaat. Sommige medische hulpmiddelen of
behandelingen (zoals hieronder vermeld) kunnen de werking van de Stimulator storen:
◦ Elektrocauterisatie – Hierbij wordt een elektrische sonde gebruikt om bloedvaten dicht te
branden en bloedingen te stoppen tijdens operaties.
◦ Lithotripsie – Het gebruik van sterke schokgolven om galstenen of nierstenen te
verpulveren.
◦ Therapeutische bestraling – Het gebruik van ioniserende straling om kankercellen te
vernietigen.
◦ Echografie met groot vermogen – Het gebruik van geluidsgolven met hoge frequentie voor
de behandeling van bot- en spierletsel, om spieren te stimuleren of de doorbloeding te
verbeteren.
◦ RF-ablatie – Het gebruik van hoogfrequente energie om opzettelijk weefselletsel te
veroorzaken.
◦ Microgolfablatie – Het gebruik van een zeer snel wisselend elektrisch veld om opzettelijk
weefselletsel te veroorzaken.
◦ Tandheelkundige ingrepen, elektrolyse, behandelingsmagneten met een statisch veld en
röntgenopnamen voor diagnose.
• Wijs een familielid of vriend(in) aan om noodhulpverleningspersoneel te laten weten dat u
een Stimulator hebt als u noodhulp vereist. U ontvangt een Medische waarschuwingskaart die
u altijd bij u moet houden. Deze kaart laat het noodhulpverleningspersoneel weten dat u een
Stimulator hebt.
Hebt u vragen over uw stimulator? Neem dan contact op met uw arts tijdens normale praktijkuren.
RF BEDRIJFSFREQUENTIES
Apparatuur in de nabijheid met zeer sterke magnetische velden kan de RF-communicatie storen,
zelfs als de andere apparatuur voldoet aan de eisen voor CISPR-emissie. De bedrijfskarakteristieken
zijn als volgt:
MICS bandbreedte: 402-405 MHz
Het effectief uitgestraald vermogen valt onder de grenswaarden die zijn voorgeschreven in
Europa: EN ETSI 301 839-2
USA FCC 47 CFR Part 95; 95.601-95.673 Subpart E, 95.1201-95.1219
FCC ID: Y8L-MN20600-02
Dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken van zenders die werken binnen de bandbreedte
van 400,150–406,000 MHz voor de Meteorological Aids, Meteorological Satellite en Earth Exploration
Satellite Services en moet alle interferentie ontvangen die een ongewenste werking zou kunnen
veroorzaken.
6