Wanneer u het apparaat langere tijd
niet gebruikt, trekt u de 12 V-stekker er-
uit. Alleen zo is het apparaat volledig
stroomloos en tegen onopzettelijk in-
schakelen beschermd.
GEVAAR in het
wegverkeer
Let erop dat de warmte u niet slaperig
maakt. Schakel in dat geval de autover-
warmingsmat onmiddellijk uit en houd
een pauze.
Bedien het apparaat in de auto nooit tij-
dens het rijden. Door de mogelijke aflei-
ding zou de verkeersveiligheid in
gevaar kunnen zijn. Wanneer u iets
aan de instellingen wilt veranderen,
stopt u het voertuig eerst.
WAARSCHUWING voor
materiële schade
Schakel de autoverwarmingsmat alleen
in wanneer deze is uitgevouwen.
Zet geen koffer of vergelijkbaar op de
autoverwarmingsmat neer. Hoeken of
randen zouden het product kunnen be-
schadigen.
Let erop dat de 12 V-stekker stevig in
het 12 V-contact zit. Anders zou een
wiebelend contact het apparaat altijd in
en uit kunnen schakelen, wat tot over-
verhitting zou leiden.
Sluit de 12 V-stekker alleen aan op een
12 V-aansluitopening en nooit op een
24 V-aansluitopening.
Gebruik in geen geval schurende, bij-
tende of krassende reinigingsmiddelen.
4. Levering
1 autoverwarmingsmat 3
1 handleiding
34
NL
5. Uitpakken en
aansluiten
5.1
Uitpakken
1. Haal alle onderdelen uit de verpak-
king.
2. Controleer of alle onderdelen volledig
zijn en of ze onbeschadigd zijn.
5.2
Autoverwarmingsmat
bevestigen
AANWIJZING: Het is niet altijd noodza-
kelijk om alle bevestigingsriemen 2/5 te ge-
bruiken. Test hoe u de
autoverwarmingsmat 3 het beste kunt be-
vestigen.
1. Vouw de autoverwarmingsmat 3 open.
2. Afbeelding A: leg de autoverwar-
mingsmat 3 op de autostoel. De beves-
tigingsriemen 2/5 wijzen naar
achteren.
Daarbij mag de autoverwarmings-
mat 3 niet onder de hoofdsteun wor-
den geschoven (Afbeelding B).
Onderste bevestigingsriemen 5:
3. Afbeelding C: schuif de onderste be-
vestigingsriemen 5 door de bevesti-
gingsplaten 4 en sluit de
klittenbandsluitingen, zodat de onder-
ste bevestigingsriemen 5 eerst lang
blijven.
4. Afbeelding D: schuif de beide beves-
tigingsplaten 4 tussen de rugleuning en
de zitting naar achteren door de auto-
stoel.
5. Regel de klittenbandsluitingen van de
onderste bevestigingsriemen 5 gelijk-
matig na voor een goed houvast.