Meetinstrument Dräger Polytron 7000, installatie-instructie
Elk gebruik van het meetinstrument Polytron 3000 of het Docking Station
(bestel nr. 83 17 990) veronderstelt de precieze kennis en het naleven van de
gebruiksaanwijzing Dräger Polytron 7000!
Meetinstrument Dräger Polytron 7000 installeren
Raincover (bescherming tegen stof en spatwater) van het vooraf gemonteerde
Docking Station verwijderen.
Dichting op vuil controleren, zo nodig schoonmaken.
1 Stand van de excenter-doppen controleren, zo nodig corrigeren. De excenter-
opening moet naar boven wijzen (vergrendelingsstand).
Opgelet! Maak alleen gebruik van inbussleutels (5 mm) zonder kogelkop.
Polariteit, kabellegging en zitting van de aansluitklemmen controleren, zo nodig
controleren (zie installatie-instructie van het Polytron Docking Station).
Meetinstrument Dräger Polytron 7000 uitpakken.
Schakelaar voor de backup-batterij instellen
Schakelaarstand controleren - de schakelaar bevindt zich aan de onderzijde.
De schakelaar moet op " ON " [AAN] gezet zijn; anders wordt bij een stroomuitval
de tijd, datum en de opgeslagen gegevens van de datalogger en het gebeurte-
nisgeheugen gewist.
2 Meetinstrument op ca. halve hoogte van voren in het Docking Station schuiven
totdat de aanslag bereikt is.
3 Langs de voorkant van het Docking Station neerlaten - met een miniem verhoog-
de weerstand ca. 5 mm voor de aanslag (aansluitklem duikt in het chassisdeel
op de printplaat).
Indien de connector niet correct vergrendelt, de uitlijning van de klemmen in het
Docking Station controleren!
De voorzijde van het meetinstrument moet overeenstemmen met de front van
het Docking Station. Dit wordt tot stand gebracht door op het meetinstrument te
drukken waardoor het met een "klik" in de eindstand vergrendelt. Wanneer de
voorzijden niet overeenstemmen, is het meetinstrument niet volledig afgedicht
zodat water in de transmitter kan binnendringen!
1 Meetinstrument met inbussleutel vasttrekken. Hiertoe de excenter in de richting
van de wijzers van de klok draaien (
Voorts de sensor plaatsen zoals volgt beschreven:
4 Bajonetring van de transmitter verwijderen, blinde plaat verwijderen.
Sensor uit de verpakking halen.
Indien geplaatst kortsluitingsbrug van de sensor verwijderen.
Op de achterzijde van de sensor bevindt zich een gecodeerde connector. De
sensor zodanig in de sensoropening plaatsen dat de codering van de connector
naar achteren en het Dräger-logo naar voren wijst.
Alvorens de connector in het chassisdeel te persen dient u erop te letten dat de
codering van connector en chassisdeel overeenstemmen. Bij foutieve aanslui-
ting kan de sensor worden beschadigd!
Sensor met bajonetring in de transmitter vastmaken.
Zo nodig kalibratie uitvoeren.
Bij het gebruik van vooraf gekalibreerde sensoren moet de alarmketen (bijv.
Bump Test) worden getest.
90 23 759 - MA 4683.101 nl
© Dräger Safety AG & Co. KGaA
Edition 06 - March 2013
(Edition 01 - September 2003)
Subject to alteration
AANWIJZING
AANWIJZING
VOORZICHTIG
= ca. 180°).
Dräger Safety AG & Co. KGaA – Revalstrasse 1, D-23560 Lübeck, Germany
2
3
aan
4
Phone +49 451 8 82 - 27 94 – Fax +49 451 8 82 - 49 91
1
uit
Polytron
OK
www.draeger.com