Tractel Dynasafe Mecha 3.2 Manual De Instalación, De Utilización Y De Mantenimiento página 34

b. Verbind de contactdraden van het regelcircuit
volgens de aanwijzingen in §4.4
Onderbrekingscapaciteit van microschakelaar:
4 A / 250 VAC.
Stel microschakelaar opnieuw in afhankelijk van de
hysterese.
Veiligheidsfunctie moet worden beheerd door een van
NL de NC-contactpersonen van de lastbegrenzer; op deze
manier wordt een overbelasting gedetecteerd zodra
de contacten openen. Deze voorwaarden toepassen
verzekert ook een positieve veiligheidsfunctie voor
het hefwerktuig in het geval van een onbedoelde
onderbreking van de koppeling tussen de lastbegrenzer
en het regelcircuit.
De NO-contacten zijn bedoeld voor het beheren
van situaties met een verslapte kabel en/of situaties
waarbij het waarschuwingssysteem van de gebruiker is
geactiveerd volgend op een crossover of één van de
drempels.
4.4. Aansluitschema
Zie figuur 4.
5. Drempelinstelling
Let op: het is essentieel dat de Mecha 3 of
7 correct wordt geïnstalleerd op de kabel (zie §4)
voorafgaand aan afstelling van de drempel.
In onderstaand voorbeeld, hebben we drempel
S1 willekeurig aangewezen als de veiligheidsdrempel
en drempel S2 als de aanvullende drempel. Aangezien
de microschakelaars dezelfde kenmerken hebben,
kunnen deze configuraties worden omgekeerd.
Tractel beveelt aan een druppel vernis of verf
tussen de schroeven ref. 3 en de moeren ref. 14 (fig. 2)
te plaatsen om ht onderhoud van apparatuurafstelling
te kunnen controleren tijdens periodieke controles.
Een foute afstelling van de apparatuur kan ernstige
gevolgen hebben voor de installatie.
Het aanpassingsproces
voorafgegaan aan een voorlading bij 110% van de
gewenste drempel.
5.1. Vooringestelde lastbegrenzers
Als u een Dynasafe
koopt met de optie fabrieks-voorinstelling, is de
lastbegrenzer voorzien van de instelschroeven en
borgmoeren, verzegeld met rode lak. Het naamplaatje
op de lastbegrenzer toont de instellingswaarde van de
34
moet altijd
Mecha 3.2 & 7 lastbegrenzer
TM
drempel en de diameter van de staalkabel waarvoor de
drempels zijn ingesteld.
5.2. Een veiligheidsdrempel aanpassen
Voorlopige vereisten:
– De lastbegrenzer is op de juiste wijze gemonteerd en
bekabeld.
– Instelschroeven zijn volledig losgeschroefd.
– De haak is op geen enkele wijze belast.
Vereist gereedschap:
– Een lading («WLL» genoemd) gelijk aan 100%
van de nominale capaciteit geautoriseerd voor het
hefwerktuig.
– Een extra lading gelijk aan 10% van de WLL.
ACTIES
Hef de twee ladingen
1 (100% + 10% WLL)
ongeveer 10 cm.
De
2 veiligheidsdrempel
S1 aanpassen.
Aandraaien van de
3
montageschroeven
Controleer de juiste
4
bediening.
worden
5.3. Een veiligheidsdrempel of
tussendrempel aanpassen
Deze configuratie
toepassingen, zoals grote hefsnelheid geconditioneerd
op de geheven lading. Hoorbaar of zichtbaar signaal
dat wordt geactiveerd bij 90% van de WLL, enz.
Voorlopige vereisten:
OPMERKINGEN
De extra 10% is de
overbelastingswaarde die is
geautoriseerd in overeenstemming
met de Europese richtlijn.
Schroef de instelschroeven van
de drempel (rep 3) geleidelijk
vast tot het NC-contact opent
(§4.4). Gebruik bijvoorbeeld een
multimeter om de staat van het
contact te controleren. Wanneer
de kalibratie is uitgevoerd,
vergrendelt u de afstelschroef
door de borgmoer (afb. 14) aan
te draaien.
Het een lading die gelijk is aan
de WLL met 10cm, herhaal
deze handeling 3 maal en draai
vervolgens de montageschroeven
(afb.9) aan, indien nodig tot 16
N.m +/- 2.
Het moet mogelijk zijn om de
'WLL'-lading te heffen. Het moet
niet mogelijk zijn om de 'WLL'-
lading + 10% te heffen. Afhankelijk
van de hefsnelheid produceert
het dynamische effect mogelijk
een overbelasting. In dit geval
dient u te overleggen met een
technicus die een toestel voor
signaalfiltering kan integreren
(bijvoorbeeld: time-out, enz.).
is geschikt voor diverse