HOOFDSTUK -4: RICHTLIJNEN BEWARING ETENSWAREN
• Voedsel dient in gesloten containers of afgedekt in de koelkast te worden geplaatst om vorming van vocht en
geuren te voorkomen.
Vriezer
• De vriezer gebruikt u voor langdurige opslag van diepgevroren of ingevroren voedsel en voor het maken van
ijsblokjes.
• Invriezen van vers voedsel: zorg ervoor dat zoveel mogelijk van het oppervlak van het in te vriezen voedsel in
contact staat met het koelingsoppervlak.
• Leg vers voedsel niet naast ingevroren voedsel, omdat het ingevroren voedsel daardoor kan ontdooien.
• Als u vers voedsel invriest (bijvoorbeeld vlees, vis, gehakt), verdeel dit dan in porties die u later per keer nodig
hebt.
• Zodra het apparaat is ontdooid, leg het voedsel dan terug in de vriezer en vergeet niet het voedsel binnen zo
kort mogelijke tijd te nuttigen.
• Warm voedsel mag u nooit in de vriezer leggen, omdat bevroren voedsel hierdoor wordt aangetast.
• Bewaren van ingevroren voedsel: u moet altijd de instructies navolgen die op de verpakking van het
ingevroren voedsel staan. Als geen informatie wordt gegeven, bewaar dit voedsel dan niet langer dan drie
maanden na de aankoopdatum.
• Kopen van ingevroren voedsel: overtuig u ervan dat deze bij een geschikte temperatuur zijn ingevroren en
dat de verpakking intact is.
• Ingevroren voedsel moet worden vervoerd in hiertoe geschikte dozen, bakken, etc., om de kwaliteit van het
voedsel te handhaven, en moet zo snel mogelijk in de vriezer worden geplaatst.
• Als de verpakking van ingevroren voedsel vocht vertoont of abnormaal opgezwollen is, dan is de kans groot dat
het voedsel bij een onjuiste temperatuur is bewaard en dat de inhoud aangetast is.
• Hoe lang kan ik ingevroren voedsel bewaren: dit hangt af van de kamertemperatuur, de instelling van de
thermostaat, hoe vaak de deur wordt geopend, het soort voedsel en de duur van het transport van de winkel naar
uw huis. Volg altijd de instructies op die op de verpakking staan en overschrijd nooit de maximale bewaartijd.
• Attentie: Als u de deur wilt openen onmiddellijk nadat u deze gesloten heeft, zult u bemerken dat er een
vacuüm ontstaan is (als gevolg van de extreem lage temperatuur), waardoor dat moeilijk gaat. Dit is normaal.
Nadat er evenwicht ontstaan is gaat de deur weer gemakkelijk open.
Belangrijke opmerking:
• Ingevroren etenswaren, wanneer ontdooid, moeten gekookt worden net als verse etenswaren. Indien deze niet
gekookt worden na ontdooien kunnen deze NIET opnieuw ingevroren worden.
• De smaak van sommige kruiden in gekookte gerechten (anijs, basilicum, waterkers, azijn, bepaalde kruiden,
gember, knoflook, ui, mosterd, tijm, marjoraan, zwarte peper, etc. ) verandert en neemt een sterke smaak aan
wanneer deze voor langere tijd opgeslagen worden. Voeg hierdoor maar een klein beetje kruiden toe wanneer
u van plan bent deze in te vriezen, of voeg de gewenste kruiden toe nadat de etenswaren zijn ontdooid.
• De bewaartijd van etenswaren is afhankelijk van de gebruikte olie. Geschikte oliën zijn margarine, kalfsvet, olijf
olie en boter en ongeschikte oliën zijn pinda olie en varkensvet.
• Vloeibare etenswaren moeten in plastic houders ingevroren worden en andere etenswaren in plastic folie of
zakjes.
HOOFDSTUK -5: PROBLEEMOPLOSSING
Als uw koelkast niet goed werkt, dan is dit mogelijk te wijten aan een klein probleem. Controleer eerst de volgende
punten voordat u met een elektricien contact opneemt. Dat bespaart u tijd en geld.
Wat moet ik doen als de koelkast niet werkt?
Controleer of ;
• De stroom niet uitgevallen is;
• De hoofdschakelaar ingeschakeld is;
• De thermostaat niet in de stand "•" staat;
• De wandcontactdoos OK is; dit controleert u door daarop een ander apparaat aan te sluiten waarvan u weet
dat het goed werkt;
Wat moet ik doen als de koelkast niet naar behoren functioneert?
Controleer of ;
• Het apparaat niet overladen is met producten;
• De deuren perfect gesloten zijn;
• Er geen stof is op de condensor;
• Er aan de achterzijde genoeg ruimte is;
Als het apparaat veel lawaai maakt ;
Het koelgas dat in de koelkast circuleert produceert soms lawaai (borrelend geluid), ook wanneer de compressor niet
actief is. U hoeft zich hierover geen zorgen te maken, dit is heel normaal. Als u een ander geluid hoort, controleer dan
of:
• het apparaat horizontaal staat.
• het apparaat niet met iets contact maakt aan de achterzijde.
NL -39-