7.1
Controlepaneel
Instelknoppen
Bedien het controlepaneel met de vier knoppen [4] aan de rechterkant van de display [3].
Knop
Functie
MENU
het menu openen, de huidige functie verlaten zonder de instelling op te slaan of het
menu verlaten
UP
naar boven scrollen in een lijst met functies of opties, of een waarde verhogen
DOWN
naar beneden scrollen in een lijst met functies of opties of een waarde verlagen
ENTER
een geselecteerde optie of waarde bevestigen en opslaan
7.2
Menu
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding.
menu
omschrijving
DMX-adresselectie.
Selecteer het menu of submenu met ENTER, selecteer de waarde met UP of DOWN,
bevestig met ENTER.
Selectie van pan- en tiltrichting.
Selecteer met UP of DOWN, Bevestig met ENTER.
Selectie van de master- of slave-modus.
Selecteer met UP of DOWN, Bevestig met ENTER.
Achtergrondverlichting aan of uit.
Selecteer met UP of DOWN, Bevestig met ENTER.
Muzieksturing aan of uit.
Selecteer met UP of DOWN, Bevestig met ENTER.
Selectie van de gewenste kanaalmoduss.
Selecteer met UP of DOWN, Bevestig met ENTER.
Menucontrole
Selecteer met UP of DOWN, Bevestig met ENTER.
Manuele controle van kanalen 1 tot 21.
Selecteer met UP of DOWN, Bevestig met ENTER.
7.3
Autonome modus
In autonome modus draait het toestel één van de ingebouwde programma's: automatisch of
muziekgestuurd.
Autonome modus met ingebouwd programma
De autonome modus instellen:
1.
Ontkoppel alle DMX-aansluitingen [1a] van het toestel.
2.
Druk op MENU om het menu te openen.
3.
Selecteer <cHnL>.
4.
Selecteer een van de kanaalmodi.
Muzieksturing
In muziekgestuurde modus reageert het ingebouwde programma op muziek. Om in deze modus het
geselecteerde ingebouwde programma te gebruiken:
1.
Druk op MENU om het menu te openen.
2.
Selecteer <SoUN>.
3.
Selecteer <Yes> om de muziekgestuurde modus te activeren.
V. 01 – 17/11/2014
VDPL310MB
13
©Velleman nv