Garantieclaims worden uitsluitend geaccepteerd mits
deze werkzaamheden regelmatig en goed zijn uitgevoerd.
Alleen de onderhoudswerkzaamheden die in deze
gebruiksaanwijzing worden beschreven, mogen door de
gebruiker worden uitgevoerd. Alle andere
werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een
erkend MAKITA-servicecentrum.
De kettingzaag schoonmaken
Maak de kettingzaag regelmatig schoon met een
poetsdoek. Met name de handgrepen moeten vrij van olie
worden gehouden.
De kunststofbehuizing controleren
Voer regelmatig een visuele controle uit op alle
onderdelen van de behuizing. In het geval een onderdeel
beschadigd is, laat u dit onmiddellijk op de juiste wijze
repareren door een erkend MAKITA-servicecentrum.
De zaagketting slijpen
LET OP:
• Trek altijd de stekker uit het stopcontact en draag
veiligheidshandschoenen bij het uitvoeren van
werkzaamheden aan de zaagketting.
Slijp de zaagketting als (zie afb. 35):
– Poederachtig zaagsel wordt geproduceerd tijdens het
zagen van vochtig hout;
– De zaagketting moeizaam in het hout binnendringt,
zelfs wanneer hoge druk wordt uitgeoefend;
– De messen duidelijk beschadigd zijn;
– De kettingzaag naar links of rechts trekt in het hout. De
reden hiervan is een ongelijkmatige scherpte van de
zaagketting, of een beschadiging aan slechts een kant.
Slijp de zaagketting veelvuldig, maar slijp iedere keer
slechts een weinig materiaal weg.
Twee of drie bewegingen met een vijl zijn doorgaans
voldoende voor regelmatig bijslijpen. Als de zaagketting
meerdere malen is bijgeslepen, laat u deze een keer
slijpen door een erkend MAKITA-servicecentrum.
Regels met betrekking tot het slijpen:
– Alle messen moeten dezelfde lengte hebben. Als de
messen een verschillende lengte hebben, draait de
zaagketting niet soepel en kan de zaagketting breken.
– Slijp de zaagketting niet meer als de messen de
minimale lengte van 3 mm bereikt hebben. In dat geval
moet een nieuwe zaagketting worden gemonteerd.
– De dikte van de houtsnippers wordt bepaald door het
hoogteverschil tussen de dieptevoeler (ronde neus) en
de punt van de messen.
– De beste zaagprestaties worden bereikt met de
volgende afstand tussen de dieptevoeler en de punt
van de messen.
Kettingmes 91PX: 0,65 mm (zie afb. 36)
WAARSCHUWING:
• Een te groot hoogteverschil verhoogt de kans op
terugslag.
– De slijphoek van 30° moet hetzelfde zijn voor alle
messen. Als de slijphoek verschillend is, draait de
zaagketting niet soepel en ongelijkmatig, slijt de
zaagketting sneller, en kan de zaagketting breken.
– De zijplaathoek van de messen wordt bepaald door de
diepte waarmee de ronde vijl doordringt. Als de
opgegeven vijl goed wordt gebruikt, wordt de juiste
zijplaathoek automatisch verkregen.
– De juiste hoek voor de zijplaat van elke zaagketting is
als volgt:
Kettingmes 91PX: 80° (zie afb. 37)
Vijl en vijlbeweging
– Gebruik een speciale ronde vijl (los verkrijgbaar) voor
het slijpen van een zaagketting. Normale ronde vijlen
zij niet geschikt.
– De diameter van de ronde vijl voor elke zaagketting is
als volgt:
Kettingmes 91PX: 4,0 mm
– De vijl mag alleen tijdens de voorwaartse beweging
met het mes in aanraking komen. Til de vijl van het mes
af tijdens de achterwaartse beweging.
– Slijp eerst het kortste mes. Daarna is de lengte van het
kortste mes de standaard voor alle overige messen van
de zaagketting.
– Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding (zie
afb. 38).
– De vijl kan gemakkelijker worden bewogen als een
vijlhouder (los verkrijgbaar) wordt gebruikt. Op de
vijlhouder staan merktekens voor de juiste slijphoek
van 30° (lijn de merktekens parallel uit met de
zaagketting) en beperkt de diepte waartoe de vijl
doordringt (tot 4/5 van de vijldiameter) (zie afb. 39).
– Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u de
hoogte van de dieptevoeler met behulp van het
kettingmeetgereedschap (los verkrijgbaar) (zie
afb. 40).
– Verwijder eventueel uitstekend materiaal, ongeacht
hoe klein, met een speciale platte vijl (los verkrijgbaar).
– Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond.
Het zaagblad schoonmaken en het
retourkettingwiel smeren
LET OP:
• Draag tijdens deze werkzaamheden altijd een
veiligheidsbril. Bramen vormen een kans op letsel.
Controleer de loopvlakken van het kettingwiel regelmatig
op beschadigingen. Maak het zaagblad schoon met
behulp van een geschikt gereedschap en verwijder zo
nodig bramen (zie afb. 41).
Als de kettingzaag veel wordt gebruikt, smeert u het
retourkettingwiel minstens eenmaal per week. Voordat u
nieuw vet aanbrengt, maakt u eerst het gat van 2 mm in
de punt van het zaagblad schoon, en perst u vervolgens
een kleine hoeveelheid universeelvet (los verkrijgbaar) in
het gat.
De olietoevoer schoonmaken (zie afb. 42)
– Maak de olietoevoergroef en het olietoevoergat in het
zaagblad schoon.
Nieuwe zaagketting
Gebruik beurtelings twee of drie zaagkettingen, zodat de
zaagketting, het kettingwiel en de loopvlakken van het
zaagblad gelijkmatig slijten.
Draai het kettingwiel om bij het verwisselen van de
zaagketting zodat de gleuf in het zaagblad gelijkmatig slijt.
61