Lampen vervangen
•
Lees beslist de aanwijzingen en
waarschuwingen in het hoofdstuk
"Veiligheidsvoorschriften" voordat u de lampen
vervangt.
•
De beschrijving van de lampvervanging geldt
voor verschillende uitvoeringen van het
apparaat.
Opmerking: Lees de garantievoorwaarden in het
bijgevoegde serviceboekje.
Halogeenlampen vervangen
VERWONDINGSGEVAAR
Halogeenlampen worden tijdens het gebruik zeer
heet. Ook na uitschakeling bestaat er nog enige tijd
een risico van brandwonden!
•
Defecte lampen moeten direct worden
vervangen om overbelasting van de andere
lampen te voorkomen.
•
Wacht tot de halogeenlamp is afgekoeld
voordat u hem vervangt.
1
Verwijder de lampenring voorzichtig met
geschikt gereedschap.
2
Vervang de defecte lamp door een nieuwe lamp
van hetzelfde type en met hetzelfde vermogen
(zie typeplaatje).
Opmerking: Het glas van de halogeenlamp mag bij
het aanbrengen niet worden aangeraakt. Gebruik
daarom een schone doek bij het aanbrengen van de
lamp.
3
Breng de lampafscherming weer aan.
4
Schakel de stroom in door de stekker in het
stopcontact te steken of de zekering in te
schakelen.
Gloeilampen vervangen
VERWONDINGSGEVAAR
Gloeilampen worden tijdens het gebruik zeer heet.
Ook na uitschakeling bestaat er nog enige tijd een
risico van brandwonden!
•
Laat gloeilampen afkoelen voordat u ze
vervangt.
1
Til de lampafscherming iets op.
2
Duw de lampafscherming naar het midden van
het apparaat.
3
Vervang de defecte lamp door een nieuwe lamp
van hetzelfde type en met hetzelfde vermogen
(zie typeplaatje).
4
Breng de lampafscherming weer aan.
5
Schakel de stroom in door de stekker in het
stopcontact te steken of de zekering in te
schakelen.
Opmerking: Controleer of de lampen goed zijn
aangebracht als de verlichting niet werkt.
61