Descargar Imprimir esta página

Makita DUA300 Manual De Instrucciones página 70

Ocultar thumbs Ver también para DUA300:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 81
2.
Bedien het gereedschap alleen bij goed zicht
en daglicht. Bedien het gereedschap niet in het
donker of in mist.
3.
Tijdens het gebruik mag u nooit op een insta-
biele of gladde ondergrond of op een steile
helling staan. Let in de winter op ijs en sneeuw,
en zorg er altijd voor dat u stevig staat.
4.
Houd tijdens het gebruik omstanders en die-
ren ten minste 15 meter uit de buurt van het
gereedschap. Zet het gereedschap uit zodra
iemand dichterbij komt.
5.
Als u met twee of meer mensen werkt, houdt u ten
minste 15 meter of meer afstand tussen elkaar, en
zorg dat een leidinggevende aanwezig is.
6.
Onderzoek het werkgebied op draadafrasterin-
gen, muren en andere massieve voorwerpen
voordat u met de werkzaamheden begint. Zij
kunnen de zaagketting beschadigen.
Voorbereidingen
Alvorens het gereedschap te monteren of af
1.
te stellen, schakelt u het gereedschap uit en
verwijdert u de accu.
Trek altijd veiligheidshandschoenen aan
2.
voordat u de zaagketting hanteert of de ket-
tingspanning instelt.
Voordat u het gereedschap start, inspecteert
3.
u het gereedschap op beschadigingen, losse
bouten/moeren en verkeerde montage. Als de
zaagketting bot is, slijpt u hem. Als de zaagket-
ting verbogen of beschadigd is, vervangt u hem.
Controleer of alle bedieningshendels en -scha-
kelaars gemakkelijk kunnen worden bediend.
Maak de handgrepen schoon en droog.
4.
Probeer nooit het gereedschap te starten als
het gereedschap beschadigd of niet volledig
gemonteerd is. Anders kan ernstig letsel ontstaan.
5.
Stel het schouderdraagstel af op de lichaams-
grootte van de gebruiker.
6.
Stel de kettingspanning correct in. Vul zo
nodig kettingolie bij.
Het gereedschap starten
1.
Draag de persoonlijke-beschermingsmiddelen
voordat u het gereedschap start.
2.
Voordat u het gereedschap start, verzekert u
zich ervan dat zich geen personen of dieren
binnen het werkgebied bevinden.
3.
Wanneer u een accu aanbrengt, houdt u de
zaagketting en het zaagblad uit de buurt van
uw lichaam en andere voorwerpen, inclusief
de grond. De zaagketting kan gaan bewegen bij
het starten en kan ernstig letsel of schade aan de
zaagketting en/of eigendommen veroorzaken.
4.
Plaats het gereedschap op een stevige onder-
grond. Zorg ervoor dat u een goede balans
hebt en dat u stevig staat.
Bediening
1.
In geval van nood zet u het gereedschap
onmiddellijk uit.
2.
Als u tijdens het gebruik een ongebruikelijke
situatie opmerkt (bijvoorbeeld geluid of trillin-
gen), schakelt u het gereedschap uit. Gebruik
het gereedschap niet meer totdat de oorzaak is
opgespoord en verholpen.
3.
De zaagketting blijft gedurende een korte tijd
doordraaien nadat het gereedschap is uitge-
schakeld. Raak de zaagketting niet onmiddel-
lijk aan.
4.
Gebruik tijdens het werk het schouderdraag-
stel. Houd het gereedschap stevig tegen uw
rechterzij.
5.
Houd de voorhandgreep met uw linkerhand
vast, en houd de achterhandgreep met uw
rechterhand vast, ongeacht of u links- of
rechtshandig bent. Vouw uw vingers en dui-
men om de handgrepen.
Houd het gereedschap alleen vast aan de
6.
geïsoleerde vlakken omdat de zaagketting met
verborgen bedrading in aanraking kan komen.
Wanneer de zaagketting in aanraking komt met
onder spanning staande draden, zullen de niet-ge-
isoleerde metalen delen van snoeischaar met
verlengd bereik onder spanning komen te staan
zodat de gebruiker een elektrische schok kan
krijgen.
7.
Probeer nooit het apparaat met één hand te
bedienen. Als u de controle over het gereed-
schap verliest, kan dat leiden tot ernstig of
fataal letsel. Om de kans op letsel te verklei-
nen, houdt u uw handen en voeten uit de buurt
van de zaagketting.
8.
Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige
stand en goede lichaamsbalans. Kijk uit voor
verborgen obstakels, zoals boomstronken,
boomwortels en greppels, om te voorkomen
dat u valt. Ruim afgevallen takken en andere
voorwerpen op.
9.
Werk nooit op een ladder of in een boom om te
voorkomen dat u de controle over het gereed-
schap verliest.
10. Nadat hard tegen het gereedschap is gestoten
of het is gevallen, controleert u de staat ervan
voordat u de werkzaamheden hervat. Als enige
beschadiging zichtbaar is of als u twijfelt,
vraagt u een erkend Makita-servicecentrum om
inspectie en reparatie.
Raak de kop van het gereedschap niet aan.
11.
De kop van het gereedschap wordt heet tijdens
gebruik.
12. Neem een pauze om te voorkomen dat u door
vermoeidheid de controle over het gereed-
schap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20
minuten te rusten.
13. Wanneer u het apparaat achterlaat, al is het
maar even, schakelt u altijd het gereedschap
uit en verwijdert u de accu. Het draaiende en
onbeheerd gereedschap kan door onbevoegden
worden gebruikt en tot een ernstig ongeval leiden.
14. Hef tijdens het gebruik van het gereedschap
uw rechterhand niet boven schouderhoogte.
15. Stoot tijdens het gebruik de zaagketting nooit
tegen harde obstakels, zoals stenen of spij-
kers. Wees met name voorzichtig wanneer u
takken langs een muur, draadafrastering en
dergelijke, afzaagt.
16. Als takken verstrikt raken in het gereedschap,
schakelt u altijd het gereedschap uit en ver-
wijdert u de accu. Anders kan door onbedoeld
starten ernstig letsel ontstaan.
70 NEDERLANDS

Publicidad

loading