De TV 141 Navigator moet op een primaire pomp aangesloten
zijn (zie schema in "Technical information").
De TV 141 Navigator kan in alle standen worden geïnstalleerd.
Bevestig de TV 141 Navigator in een stabiele positie en
verbind de inlaatflens van de turbopomp met een vaste
contraflens die een koppel van 221 Nm rondom de eigen as
kan verdragen.
De turbopomp met ISO inlaatflens moet aan de vacuümkamer
worden verbonden met behulp van dubbele of enkelvoudige
klemmen. De volgende tabel beschrijft, voor elke maat flens of
klemtype, het aantal benodigde klemmen en het aanhaalkoppel
waarmee ze vastgezet moeten worden.
FLENS
KLEMTYPE
ISO 63
Dubbele
klem
M10 schroefdraad
Enkelvoudige
met M8 schroefdraad
ISO 100
Dubbele
klem
M10 schroefdraad
Enkelvoudige
met M8 schroefdraad
De turbompomp met ConFlat inlaatflens moet aan de
vacuümpomp worden bevestigd met behulp van de speciale
mechanische bevestigingselementen van Varian. Zie voor
meer informatie de bijlage "Technical information".
OPMERKING
De TV141 Navigator kan niet met behulp van zijn eigen basis
worden bevestigd.
Zie "Technical Information" voor installatie van accessoires die
als optie verkrijgbaar zijn.
GEBRUIK
In deze paragraaf worden de belangrijkste gebruiksprocedures
vermeld.
Breng alle elektrische en pneumatische aansluitingen tot stand
alvorens het systeem te gebruiken. Tijdens de eventuele
verwarming van de vacuümkamer mag de temperatuur op de
inlaatflens niet meer dan 120° C bedragen.
! ! ! !
GEVAAR!
Laat de pomp nooit draaien als de inlaatflens niet op de
vacuümkamer is aangesloten of als de afsluitflens niet gesloten is.
! ! ! !
GEVAAR!
Raak de turbopomp en eventuele accessoires niet tijdens het
verwarmen aan. De hoge temperatuur kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
!
ATTENTIE!
Vermijd stoten of bruuske verplaatsingen wanneer de
turbopomp in werking is. Hierdoor kunnen de lagers namelijk
schade oplopen.
! ! ! !
ATTENTIE!
Gebruik voor de luchttoevoer naar de pomp lucht of inert gas
zonder stof of vaste deeltjes. De inlaatdruk via de hiervoor
bestemde poort
moet
minder dan 2 bar (boven de
atmosferische druk) bedragen.
Deze pompen zijn voor het pompen van agressieve gassen
van een speciale poort voorzien, waardoor de pomp een
stroom inert gas (stikstof of argon) ter bescherming van de
lagers krijgt geleverd (zie bijlage "Technical Information").
NR.
AANHAAL-
KOPPEL
met
4
22 Nm
klem
4
11 Nm
met
4
22 Nm
klem
8
11 Nm
! ! ! !
Wanneer de pomp wordt gebruikt voor het pompen van
brandbare,
giftige
of
procedures worden gevolgd die speciaal voor elk type gas zijn
opgesteld. Gebruik de pomp niet in aanwezigheid van
explosieve gassen.
Inschakeling en gebruik van de TV 141 Navigator
Om de TV141 Navigator in te schakelen is het voldoende om
deze van stroom te voorzien. De ingebouwde controller herkent
automatisch de aanwezigheid van interlock- en startsignalen
en start de pomp.
De eerste start van de pomp geschiedt op de wijze "Soft Start"
die, aan het einde van de startcyclus, automatisch ontmachtigd
wordt. Vandaar dat alle volgende starts niet op de wijze "Soft
Start" geschieden. Om opnieuw met "Soft Start" te starten,
moet bovengenoemde wijze met behulp van de software
gemachtigd worden (zie paragraaf "RS 485 COMMUNICATION
DESCRIPTION" in de bijlage "Technical Information").
De groene LED LD1 op het paneel van de basis van de TV 141
geeft door de frequentie van zijn knipperen, de werkcondities
van het systeem aan:
-
brandt onafgebroken: de pomp draait normaal;
-
knippert langzaam (periode van circa 400 ms): het systeem
is in de status "oploop" of "remmen" of "stop" of "waiting for
interlock";
-
knippert snel (periode van circa 200 ms): fouttoestand.
Afzetten van de TV 141 Navigator
Hiervoor behoeft slechts de stroomvoorziening te worden
onderbroken. De ingebouwde controller stopt onmiddellijk de
pomp.
Noodstop
Om de TV 141 Navigator in een noodtoestand te stoppen, moet de
stroomtoevoerkabel uit het stopcontact worden genomen.
!
De inrichting voor afkoppeling van het elektriciteitsnet is de
stroomtoevoerkabel.
toegankelijk punt.
ONDERHOUD
De TV 141 Navigator is onderhoudsvrij. Eventuele werkzaamheden
moeten door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
! ! ! !
Alvorens werkzaamheden aan het systeem uit te voeren, de
stekker verwijderen, de pomp met behulp van de hiervoor
bestemde klep ontluchten en wachten totdat de rotor volledig
stil staat en de oppervlaktetemperatuur van de pomp onder
een temperatuur van 50 °C is gezakt.
In geval van storing is het mogelijk om de reparatiedienst van
Varian of de "Varian advanced exchange service" in te
schakelen: zo krijgt men een ruilpomp ter vervanging van de
defecte pomp.
Alvorens de pomp ter reparatie of ruil naar de fabrikant op te
sturen, moet de bij deze handleiding gevoegde kaart
"Veiligheid en Gezondheid" volledig ingevuld naar het
plaatselijke verkoopkantoor worden gestuurd. Een kopie van
deze kaart moet vóór versturing bij de pomp in de verpakking
worden gevoegd.
Mocht het systeem gesloopt worden, ga dan overeenkomstig
de specifieke nationale wetgeving te werk.
12
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
GEVAAR!
radioactieve
gassen,
moeten
ATTENTIE!
Installeer
de
contactstop
GEVAAR!
OPMERKING
87-900-924-01(B)
de
in
een