NEDERLANDS
64
b) Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
Draag altijd een veiligheidsbril. Het dragen van
persoonlijke beschermende uitrustingen, zoals een
stofmasker, veiligheidsschoenen met antislipzool,
veiligheidshelm of gehoorbeschermer, afhankelijk
van het type en het gebruik van het elektrische
werktuig, vermindert het risico van letsels
c) Vermijdt een ongewenste inbedrijfneming.
Controleer of het elektrische werktuig uit-
geschakeld is, indien dit aan de stroomtoevoer
en/of accu aangesloten, opgetild of gedragen
wordt. Wanneer u bij het dragen van het elek-
trische gereedschap uw vinger aan de schakelaar
hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld
op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot
ongevallen leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefs-
leutels voordat u het elektrische gereedschap
inschakelt. Instelgereedschap of een sleutel in
een draaiend deel van het gereedschap kan tot
verwondingen leiden.
e) Voorkom een onevenwichtige lichaams-
houding. Zorg ervoor dat u stevig staat en
steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het
elektrische gereedschap in onverwachte situaties
beter onder controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde
kleding of sierraden. Houd uw haar, kleding en
handschoenen ver van bewegende onderdelen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren
kunnen door bewegende delen worden meegeno-
men.
g) Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzi-
eningen kunnen worden gemonteerd, dient u
zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangeslo-
ten en juist worden gebruikt. Het gebruik van
een stofafzuiging beperkt het gevaar door stof.
4) Zorgvuldige omgang met en zorgvuldig gebru-
ik van elektrische gereedschappen
a) Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor
uw werkzaamheden het daarvoor bestemde
elektrische gereedschap. Met het passende
elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger
binnen het aangegeven capaciteitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan
de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap
dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is
gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
c) Neem de stekker uit het stopcontact en/of
verwijder de accu voordat instellingen aan
het apparaat worden uitgevoerd, onderdelen
worden vervangen of het apparaat na gebruik
wordt weggezet. Deze voorzorgsmaatregel
voorkomt onbedoeld starten van het elektrische
gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschap-
pen buiten het bereik van kinderen. Laat het
gereedschap niet gebruiken door personen die
er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen
niet hebben gelezen. Elektrische gereedschap-
pen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren
personen worden gebruikt.
e) Onderhoud elektrische werktuigen zorgvuldig.
Controleer of de bewegelijke onderdelen perfect
functioneren en niet klemmen, of onderdelen
gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de
functie van het elektrische werktuig is beïnvloed.
Laat beschadigde onderde Veel ongevallen
hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elek-
trische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren,
inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze
aanwijzingen. Let daarbij op de arbeidsomstan-
digheden en de uit te voeren werkzaamheden.
Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de voorziene toepassingen
kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5) Service
a) Laat het elektrische gereedschap alleen repareren
door gekwalificeerd en vakkundig personeel en
alleen met originele vervangingsonderdelen. Daar-
mee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het
gereedschap in stand
blijft..
Veiligheidswaarschuwingen bij
kettingzagen
• Kom niet met lichaamsdelen in de buurt van de
zaagketting wanneer de kettingzaag in gebruik
is. Controleer voor u de kettingzaag start of de
zaagketting nergens tegen aanloopt. Een mo-
ment van onoplettendheid tijdens het gebruik van
een kettingzaag kan ertoe leiden dat uw kleding of
lichaam met de zaagketting verstrengelt.
• Houd de kettingzaag altijd met uw rechterhand
aan de achterste handgreep en uw linkerhand aan
de voorste handgreep vast. Door de kettingzaag
omgekeerd vast te houden vergroot u de kans op
persoonlijk letsel; doe dit daarom nooit.
• Houd het elektrische gereedschap vast aan de
geïsoleerde grepen, omdat de zaagketting in
aanraking kan komen met de eigen netkabel..
Contact tussen de zaagketting en een spanning-
voerende kabel kan metalen onderdelen van het
apparaat onder spanning zetten en leiden tot een
elektrische schok.
• Draag een veiligheidsbril en een gehoorbe-
schermer. Overige beschermende uitrustingen
voor hoofd, handen, benen en voeten worden
aanbevolen. Adequate beschermingsmiddelen
zullen persoonlijk letsel als gevolg van rondvlie-
gend materiaal of onopzettelijk contact met de