Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
2. BEDOELD GEBRUIK
De koppelfietsendrager wordt gebruikt voor het vervoer van 2 fietsen op de aanhangerkoppeling van een personenauto.
Deze personenauto moet zijn uitgerust met een goedgekeurde aanhangerkoppeling. De aangekoppelde fietsendrager
moet volgens deze gebruiksaanwijzing worden gemonteerd. Tijdens het rijden moeten de desbetreffende wettelijke
voorschriften (maximaal toegestane snelheid, maximaal toegestaan totaalgewicht, enz. In het bijzonder moet de maxi-
maal toegestane kogeldruk van de aanhangerkoppeling in acht worden genomen.
Bij het gebruik van dit product moet rekening worden gehouden met de volgende informatie: De fietsendrager is een
veilig product zolang het correct wordt gebruikt. Wordt hij daarentegen niet correct gebruikt, dan kan hij schade veroor-
zaken aan u en andere weggebruikers achter u.
3. MONTAGE VAN DE FIETSENDRAGER OP DE AANHANGERKOPPELING
Waarschuwing: Wanneer u de koppelfietsendrager op de aanhangerkoppeling van uw auto monteert, moet de motor
worden uitgeschakeld, het contact worden uitgeschakeld en de handrem worden aangetrokken!
• Controleer voor de montage van de fietsendrager of de automatische achterklepopening is uitgeschakeld als uw
voertuig daarmee is uitgerust.
• De accessoires of de lading kunnen de werking van de achterruitwisser belemmeren. In die gevallen moet de achter-
ruitwisser worden gedemonteerd.
• Houd bij de montage van de fietsendrager voldoende afstand tussen de fietsendrager en de uitlaatpijp van het voertu-
ig.
• Bevestig de plaatstrips niet op glazen en plastic oppervlakken.
• Ontdoe de kogel van de aanhangerkoppeling van olie, vet en vuil alvorens de fietsdrager te monteren.
• Reinig de contactvlakken van het voertuig alvorens de drager te monteren om schade aan de carrosserie te voorko-
men.
Om de fietsendrager veilig te monteren en schade aan het voertuig te voorkomen, is het raadzaam een andere persoon
om hulp te vragen. De stappen in de figuren A-B-C-D-E-F moeten in volgorde worden uitgevoerd.
Afstelling van de sluitkracht van de hendel:
Bij aankoop van het product moet in ieder geval de eerste afstelling plaatsvinden. Daarna moet de sluitkracht bij elk
gebruik van het product worden gecontroleerd en zo nodig worden bijgesteld. Om ongelukken en schade te voorkomen,
moet ook een andere persoon worden gevraagd bij deze procedure te helpen.
Na het ontgrendelen en optillen van de hendel (1-2 Afb. A) moet de fietsendrager door de tweede persoon in horizonta-
le positie worden gehouden. De schroef moet met de bijgevoegde sleutel zo worden ingesteld dat de sluitkracht op de
hendel tot minstens 45 kg toeneemt (2-3 Afb. B). Let erop dat de fietsendrager in gesloten toestand niet draait.
Waarschuwing: Controleer na de montage de elektrische verbindingen tussen de auto en de koppelfietsendrager (ach-
terlicht, remlicht, richtingaanwijzers enz.).
Opmerking: Bevestig voor de eerste reis een nummerplaat op de drager die overeenkomt met de nummerplaat van uw
voertuig.
Waarschuwing: Nadat u de fietsendrager op uw voertuig hebt gemonteerd, moet u ervoor zorgen dat deze goed vastzit
door te trekken en te duwen.
39
Publicidad
