RIJDEN OP DE SCOOTER
Het rijden op een scooter kan een gevaarlijke bezigheid zijn. Scootmobielen kunnen en zijn ontworpen om te bewegen, en daarom is het mogelijk
om in gevaarlijke situaties terecht te komen en/of de controle te verliezen en/of te vallen. Het kan ernstig letsel of de dood veroorzaken, ZELFS bij
gebruik met onjuiste veiligheidsmaatregelen. Begin in eerste instantie met oefenen in een gebied zonder andere verkeersdeelnemers of vraag
iemand om je te begeleiden bij je eerste stappen.
Plotselinge bewegingen en draaien van het bovenlichaam kunnen leiden tot evenwichtsverlies.
1. Pak de handgrepen vast met uw handen, plaats een voet op het platform en de andere op de grond.
2. Let goed op je omgeving en zorg dat de plek waar je gaat rijden schoon is.
3. Duw één voet van de zijkant van de scootmobiel om een duw te geven.
4. Draai het stuur naar links of rechts om te draaien.
5. Herhaal deze duwactie om in beweging te blijven.
6. Om te stoppen of te verzadigen, plaats je je voet op de grond. Als je te ver leunt
te ver naar links of naar rechts kunt u de scootmobiel zoemen en vallen. De scooter heeft geen start- en geen stopinrichting.
7. Oefen het balanceren op de scooter voordat u karate duwt.
INSTRUCTIES VOOR HET REMMEN MET DE STEP - SCHEMA B
BELANGR
IJK! De step heeft geen startuitrusting. De stopuitrusting wordt niet automatisch geactiveerd. Leren remmen is een belangrijke
vaardigheid en het kind moet dat tijdig leren. De snelheid moet overeenkomen met de vaardigheden en de capaciteiten van het kind. Uw handen
moeten altijd op het stuur blijven.
1. Zorg ervoor dat u het stuur met beide handen stevig vasthoudt en in een rechte lijn beweegt. Schuif een voet terug naar het achterwiel van de
step. 2. Oefen met de hiel van deze voet geleidelijk druk uit op het remmechanisme. Dit zal de snelheid verminderen en de step zal stoppen.
AANDACHT! Het remmechanisme kan tijdens gebruik erg heet worden. Raak de rem NIET aan na het remmen! Wanneer u de rem gebruikt, mag u
het mechanisme zelf of de wielen nooit aanraken. Bij langdurig gebruik om de snelheid te verminderen en bij het remmen stijgt de temperatuur en
kunt u uw handen verbranden!
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
Voordat u de step gebruikt moet u ervoor zorgen dat:
De step goed is gemonteerd en het stuur goed is afgesteld.
•
•
Alle vergrendelingen en zelfsluitende mechanismen actief en operationeel werkend zijn.
De wielen op hun assen zijn gespannen en goed draaien. Als u een wrijving of een trilling van de wielen vaststelt, moet het gebruik van het
•
product onmiddellijk worden stopgezet.
•
De randen van de handvatten niet te versleten zijn.
Alle componenten goed zijn vastgezet, niet gebroken zijn en geen tekenen van ongebruikelijke slijtage vertonen.
•
REINIGING EN ONDERHOUD
Houd de step schoon en in goede staat van onderhoud, want op deze manier verlengt u zijn levensduur en zijn functies. Bovendien behoudt het
toestel zijn veiligheidsniveau en is uw kind meer beschermd tegen ongelukken.
•
Maak de step regelmatig schoon met een zachte vochtige doek en droog hem daarna af. Gebruik geen afbrekende reinigingsmiddelen.
De wiellagers zijn van het vergrendelde type, wat betekent dat ze weinig of geen onderhoud vereisen. Ze worden met een droge doek
•
gereinigd en moeten ook worden gesmeerd. Dit verlengt hun levensduur en verbetert de prestaties van de step.
Zorg ervoor dat het gebied rond de wielen schoon modder blijft en er geen modder op plakt. Smeer de lagers regelmatig. Bestuur de step
•
niet bij nat weer. Als u toch bij met nat weer met de step heeft gereden, reinig en droog de step meteen daarna.
•
Bewaar de step op een droge en geventileerde plaats.
•
Verander of wijzig niets aan het ontwerp!
•
Bescherm de step tegen de negatieve effecten van externe factoren zoals direct zonlicht, regen en sneeuw.
26