Buitenschijnwerper monteren
GEVAAR VOOR EEN
ELEKTRISCHE SCHOK! Een
verkeerde elektrische installatie of te
hoge voedingsspanning kan leiden tot een
elektrische schok. U brengt niet alleen uzelf,
maar ook anderen in gevaar.
Laat de installatie uitsluitend door een
erkend elektricien uitvoeren.
Let er bij het boren van de montagegaten
op dat u niet in leidingen, kabels of buizen
(bijv. water- of gasleidingen) boort.
Voer de montage in spanningsvrije staat
uit. Schakel de zekeringautomaat van het
stroomcircuit uit of verwijder de zekering.
Beveilig deze (bijv. via een
waarschuwingsbordje) tegen
herinschakeling.
Let bij de installatie op de juiste polariteit
op het kroonsteentje
afbeelding C voor informatie over hoe de
kabel/aansluitkabel moet worden
aangesloten.
Zorg ervoor dat de stroom is uitgeschakeld.
U hebt de mogelijkheid om de
buitenschijnwerper met de wandhouder
op een rechte muur of op een hoek te
monteren (zie afb. F).
Aanwijzing: let erop dat u de wandhouder
correct oriënteert bij de montage. Volg
hierbij de aanwijzing van afbeelding F.
Teken de posities van de boorgaten voor
de wandhouder
16
geleidingsgaten
18
huishoeken) of de geleidingsgaten
(montage op huismuren) op de
montageplek op de muur (zie afb. E en F).
Boor twee gaten (ø 6 mm) en plaats de
bijbehorende pluggen
Schroef de wandhouder
hoekmontage) vast door de schroeven (25
mm)
door de geleidingsgaten
19
te steken en deze in te schroeven.
Controleer of de wandhouder goed vastzit.
Draai de wartelmoer
72
NL/BE
. Raadpleeg
6
16
met behulp van de
(montage op
17
(zie afb. F).
20
(voor muur- en
16
/
17
18
van de
11
buitenschijnwerper.
Verwijder de schroeven
(zie afb. D) en neem dit zover af tot het
12
aan het deksel bevestigde kroonsteentje
toegankelijk is.
Steek de aansluitkabel in volgende
volgorde door de wartelmoer
kabeltule
en het deksel
15
met de montage begint.
Sluit de aansluitkabel aan op het
kroonsteentje
(zie afb. C). Zorg er
6
hierbij voor dat u de aders correct aansluit.
Houd er rekening mee dat de aardgeleider
voor de aansluiting langer dan de
9
andere geleiders moet zijn, zodat deze,
ingeval de schijnwerper wordt afgerukt, als
laatste loskomt. Sluit de nulleider
de met N aangeduide klem en de
fasegeleider
op de met L aangeduide
8
klem om een verkeerde installatie en
daarmee een beschadiging van het
product of van personen te vermijden.
Bevestig het aansluitsnoer (incl. mantel) met
de trekontlasting
7
Steek het kroonsteentje
behuizing en schroef het deksel
vast op de buitenschijnwerper.
Voor een optimale afdichting positioneert u
de kabeltule
tussen het deksel en de
15
moer en bevestigt u deze met de
wartelmoer
door deze handvast te
11
draaien.
Steek de buitenschijnwerper van bovenaf
op de wandhouder
met twee schroeven (10 mm)
afb. G).
Aanwijzing: de schroefkoppen van het
deksel moeten verzinkt zitten om de
buitenschijnwerper op de wandhouder te
kunnen steken.
Schakel de zekeringautomaat van de
stroomkring weer in of plaats de zekering
opnieuw.
van het deksel
14
6
, de
11
voordat u
12
aan op
10
(zie afb. C).
weer in de
6
weer
12
en schroef deze
16
vast (zie
21