NL
een nadelige invloed kunnen hebben op afdichtende rubber of plastic delen.
Men dient te controleren of de bron van de samengeperste lucht het mogelijk maakt de juiste werkdruk te creëren en of het de
gewenste luchtstroom beschikbaar stelt. In geval van een te hoge luchtdruk dient men gebruik te maken van een reductor even-
als een veiligheidsventiel. Pneumatisch gereedschap dient te worden gevoed door middel van een fi lter en smeerinrichting. Dit
garandeert zowel een schone lucht en dat de lucht wordt gehydrateerd door olie. De toestand van de fi lter en de smeerinrichting
dient te worden gecontroleerd voor elk gebruik en men dient de fi lter eventueel schoon te maken of de olie van de smeerinrichting
te vullen. Dit zorgt voor een goede werking van het gereedschap en verlengt de levensduur.
In geval van gebruik van aanvullende handvaten of ondersteunende rekken dient men te controleren of het gereedschap correct
en goed is gemonteerd.
In geval van zware belasting kan er een terugslagkracht ontstaan die kan worden gericht naar de gebruiker van het apparaat. Men
dient een dergelijke houding aan te nemen tijdens de werkzaamheden om eff ectief te kunnen handelen in de eerder genoemde
situatie.
Controleer altijd of eventuele sleutels en gereedschappen voor het instellen zijn verwijderd voordat men begint met de werk-
zaamheden.
GEBRUIK VAN HET PRODUCT
Voor ieder gebruik van het gereedschap dient men te controleren of geen enkel deel van het pneumatische systeem is bescha-
digd. In geval van eventuele schade dient men dit onmiddellijk te vervangen voor een nieuw onbeschadigd element.
Voor elk gebruik van het pneumatische systeem dient men gecondenseerd vocht aan de binnenkant van het apparaat, compres-
sor en slangen te verwijderen.
LET OP! Als aandrijving voor het pneumatische gereedschap dient men alleen gebruik te maken van perslucht. Het is
verboden gebruik te maken van andere gassen, met name brandbare gassen.
Voorbereiden van de vetspuit
De basis van de tank moet worden uitgerust met wielen, zodat het gemakkelijker wordt om de vetspuit te verplaatsen. Schroef de
wielen aan de gaten in de basis (II).
Sluit het pistool met een elastische slang aan op de vetspuit. Schroef één van de slangaansluitingen op het pistool (III) en de
andere op de pompuitlaat (III). Draai de aansluitmoeren stevig vast met een moersleutel. De verbindingen zullen onder hoge druk
komen te staan en moeten voldoende lekdicht zijn voor een effi ciënte en veilige exploitatie.
Trek alle klemmen die het deksel op zijn plaats houden opzij en til het tankdeksel op aan de handgreep.
Vul het reservoir met vet en zorg daarbij dat de in de technische informatietabel aangegeven capaciteit niet wordt overschreden.
De tank moet gelijkmatig met vet zijn gevuld en het vetoppervlak moet egaal zijn. Dit voorkomt onderbrekingen in de doorstroom
van het vet ten gevolge van opeengehoopte luchtbellen.
Plaats de zuiger zo in de tank dat het zuigeroppervlak evenwijdig is aan de rand van de tank (IV). Druk de zuiger zodanig aan met
de hand dat deze in contact komt met het vetoppervlak in de tank.
Plaats de zuigerveer (V) op de pen van het deksel. Plaats het deksel zo op de tank dat de pen van het deksel door het gat in het
midden van de zuiger (VI) zit.
Zet het deksel vast met de klemmen. Het bovenste deel van de klem moet in de uitholling van het deksel zitten en het lipje van de
klem moet tegen de tank worden geduwd (VII).
De vetdichtheid selecteren aan de hand van de beoogde toepassing en de omgevingstemperatuur. Het vet kan in dichtheid
toenemen naarmate de temperatuur daalt. Te dik vet kan het rendement van de vetspuit verminderen of gebruik zelfs onmogelijk
maken.
OPGELET! De vetspuit is uitsluitend bedoeld voor gebruik met vast vet. Het gebruik van vloeibare smeermiddelen, oliën, benzine,
oplosmiddelen of andere vloeistoff en is verboden.
Sluit de vetspuit aan op het pneumatische systeem volgens de hierboven beschreven instructies. Gebruik de ingebouwde mano-
meter om de luchtdruk af te stellen binnen het bereik dat in de tabel met technische gegevens is opgegeven. Trek om de druk te
wijzigen de draaiknop uit en draai deze. Door te draaien in de richting van de pijl met de markering "+" wordt de druk verhoogd;
door te draaien in de richting van de pijl met de markering "-" wordt de druk verlaagd. De druk kan worden afgelezen op wijzerplaat
van de manometer. Zodra de juiste werkdruk is ingesteld, de draaiknop weer indrukken om te voorkomen dat deze tijdens het
werk per ongeluk kan draaien.
De handgreep van het deksel is voorzien van een hanger waaraan de slang en het pistool kunnen worden opgehangen.
Rol de slang die het pistool met de vetspuit verbindt af tot de benodigde lengte voor de geplande werkzaamheden. Afgeraden
wordt om de slang te ver af te rollen, zodanig dat deze op de grond komt te liggen. Te ver afrollen verhoogt het risico op beschadi-
ging van de slang. Voorafgaand aan het starten van de vetspuit controleren of het pistool vrij kan bewegen en zo nodig de lengte
van de afgerolde slang wijzigen.
Aansluiten van gereedschap op het pneumatische systeem
De afbeelding toont de aanbevolen wijze voor het aansluiten van het gereedschap aan het pneumatisch systeem. De aange-
toonde wijze toont het meest effi ciënte gebruik van het apparaat en dit zal tevens de levensduur verlengen.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
76