Gebruikershandleiding
De ontsteking : het onderdeel (trekoog, bouten, enz.) wordt in contact gebracht met het plaatwerk. Met een druk op de
trekker start u de lasprocedure : de generator stuurt stroom naar de bout, de as van het pistool komt lichtjes omhoog,
een elektrische boog met een geringe intensiteit wordt nu gecreëerd.
Schuren : deze fase zou ook voorverwarmen kunnen worden genoemd. De generator reguleert een stroom om een
elektrische boog met lage intensiteit op te starten, dankzij de door de boog gegenereerde warmte kunt u :
- onzuiverheden op het plaatwerk wegbranden (vet, olie, elektrolytische verzinking).
- de twee onderdelen voorverwarmen, en dus de thermische schok van de lasboog beperken, om zo de laskwaliteit te
verhogen.
Tijdens deze fase zullen noch het op te lassen onderdeel, noch het plaatwerk in fusie komen. En deze fase kan ook niet
de zinklaag op gegalvaniseerd plaatwerk doen verdwijnen.
De boog : de generator verhoogt aanmerkelijk de stroom om een zeer energetische boog te creëren, die dan een smelt-
bad vormt op het plaatwerk en het uiteinde van het aan te brengen onderdeel in fusie brengt.
Het oplassen : Het pistool dompelt het aan te brengen element in het smeltbad.
5. MODEL BOUT EN BESCHERMING SMELTBAD
De op te lassen elementen (vorm, afmetingen, materiaal) die opgelast kunnen worden worden vermeld in de norm
ISO 13918. Naast onderdelen van koolstofarm staal, roestvrij staal en koperstaal kunt u eveneens sommige alumi-
nium onderdelen oplassen.
5.1. STAAT OPPERVLAK VAN HET PLAATWERK EN SCHUREN
Het oplassen van elementen moet worden gerealiseerd op ontvet plaatwerk. Het is ook nodig om het
onderdeel te schuren als dit een chemisch laagje heeft (zinken laagje voor gegalvaniseerd staal),
anti-roest voor staal dat een thermische behandeling heeft ondergaan, alumine voor aluminium).
Het lassen van het op te lassen onderdeel, en in het bijzonder aluminium onderdelen, moet worden
uitgevoerd op vlak plaatwerk.
5.2. DIKTE VAN HET PLAATWERK MET BETREKKING TOT DE DIAMETER VAN DE BOUT
Met uitzondering van specifieke auto-carrosserie toepassingen (het aanbrengen van trek-ogen) mag het plaatwerk
niet dunner zijn dan ¼ van de diameter van de basis van het op te lassen onderdeel in geval van staal, en ½ diameter
in geval van aluminium.
38
Vertaling van de originele handleiding
ARCPULL 350