5. Vóór inbedrijfstelling
Lees zeker de volgende instructies voordat u uw
accuschroevendraaier in gebruik neemt:
1. Laad de accu m.b.v. het bijgeleverde laadtoe-
stel. Een lege accu is na ca. 1 uur opgeladen.
2. Enkel scherpe boren en intacte en gepaste
schroeverbits gebruiken.
3. Bij het boren en schroeven in muren en wan-
den dient u die op verborgen stroom-, gas- en
waterleidingen te controleren.
6. Bediening
6.1 Laden van de LI-accupack (fig. 2-3)
1. De accupack (5) de handgreep uit trekken
terwijl u de grendelknop (8) omlaagdrukt.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
kenplaatje overeenkomt met de voorhanden
zijnde netspanning. Steek de netstekker van
de lader (6) het stopcontact in. De groene
LED begint te knipperen.
3. Schuif de accu op de lader.
Onder punt 10 (indicatie lader) vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie op de
lader.
Als het accu-pack niet kan opgeladen worden,
vergewis U zich dan dat de
•
netspanning aan het stopcontact voorhanden
is
•
en dat een perfect contact van de laadcon-
tacten van de oplader verzekerd is.
Als het laden van het accu-pack nog altijd niet
mogelijk is, gelieve dan
•
de oplader
•
en het accu-pack
aan onze service-afdeling te sturen.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het aan te raden om tijdig voor het
herladen van de LI accupack te zorgen. Dit is
in ieder geval noodzakelijk wanneer u vaststelt
dat het vermogen van de accuschroevendraaier
vermindert.
NL
6.2 Koppelafstelling (fig. 4, pos. 1)
Let op! Stelring voor het koppel enkel bij stil-
stand instellen.
De accu-klopboorschroever is voorzien van een
mechanische koppelafstelling.
Het koppel voor een bepaalde schroefgrootte
wordt aan de stelring ingesteld. Het koppel is af-
hankelijk van meerdere factoren:
•
van de aard en de hardheid van het te bewer-
ken materiaal
•
van de aard en de lengte van de gebruikte
schroeven
•
van de eisen die aan de schroefverbinding
gesteld worden.
Het bereiken van het koppel wordt door het rate-
lend ontkoppelen van de koppeling gesignaleerd.
6.3 Boren/klopboren (fig. 4)
•
Voor het boren brengt u de koppelinstelling
(1) naar de stand "boor".
•
Voor het klopboren brengt u de koppelinstel-
ling (1) naar de stand "hamer".
In de standen "boren" en "klopboren" is de slip-
koppeling buiten werking. Tijdens het boren en
klopboren is het maximumkoppel beschikbaar.
6.4 Draairichtingsschakelaar (fig. 5, pos. 3)
Met de schuifschakelaar boven de AAN/UIT-scha-
kelaar kunt u de draairichting van de accu-klop-
boorschroever instellen en het toestel beveiligen
tegen ongewild inschakelen. U kunt kiezen tussen
links en rechts draaiend. Om een beschadiging
van de transmissie te voorkomen mag enkel in
stilstand van draairichting worden veranderd. Als
de schuifschakelaar zich in de tussenstand be-
vindt is de AAN/UIT-schakelaar geblokkeerd.
6.5 In-/uitschakelaar (fig. 5, pos. 4)
Met de in-/uitschakelaar kunt U de snelheid
traploos regelen. Hoe meer U de schakelaar
indrukt, hoe hoger is het toerental van Uw accu-
schroefmachine.
6.6 Verschakelen versnelling 1 - versnelling 2
(fig. 6, pos. 7)
Naargelang van de stand van de omschakelaar
kunt u met een hoger of lager toerental werken.
Het overschakelen naar een ander toerental mag
enkel in stilstand gebeuren teneinde het aandrijf-
mechanisme niet te beschadigen.
- 76 -