•
Schroef de balken (43) vast aan de tafelver-
lenging (39) met de aanzetschroeven (53),
onderlegplaatjes (54) en de zelfborgende
moeren (55).
•
Schroef de balken (43) met telkens twee zes-
kantschroeven (32), onderlegplaatjes (35),
veerringen (36) en moeren (38) vast aan de
achterste standbenen (29).
•
Draai de machine zo, dat hij op de standbe-
nen staat. De machine moet op een vlakke
ondergrond worden geplaatst. Draai dan alle
losse schroefverbindingen vast.
6.2 Montage van handgrepen, gereedschaps-
haak en onderstel (afb. 1, 4a-d)
•
Schroef de handgrepen (42) met de zes-
kantschroeven (32), onderlegplaatjes (35),
veerringen (36) en moeren (38) vast aan de
voorste standbenen.
•
Schroef de gereedschapshaak (34) vast aan
het voorste rechter standbeen. Aanwijzing!
Als deze niet worden gebruikt, dan kunnen
de nokkensleutel (33), ringsleutel (37), schu-
ifstok (3) en het schuifblok (10) worden opge-
borgen aan de gereedschapshaak (34).
•
Schroef het onderstel (21) met de zes-
kantschroeven (32), onderlegplaatjes (35),
veerringen (36) en moeren (38) vast aan de
achterste standbenen.
•
Voorzichtig! De afstand van de banden tot de
ondergrond moet door middel van het slobgat
in het onderstel (21) zo worden gekozen, dat
de machine bij het transport voor de gebrui-
ker niet te hoog hoeft te worden opgetild.
•
Monteer de korte geleiderail voor de paral-
lelle aanslag (28) aan de voorkant van de
zaagtafel (1) (vgl. afbeelding 4e), en de lange
geleiderail voor de dwarsaanslag (41) aan de
linkerkant van de zaagtafel (1) (vgl. afbeelding
4f).
•
Daarvoor eerst de schroef (32), het onder-
legplaatje (35), de veerring (36) en de moer
(38) losjes bevestigen in de beide gaten aan
de zaagtafel. De schroefkop moet zich zonder
onderlegplaatje aan de buitenkant van de
zaagtafel (1) bevinden.
•
Schuif nu zoals getoond in afbeelding 4g de
geleiderail (28) met de groef over de beide
schroefkoppen zo ver naar voor, totdat de
rechterkant van de geleiderail (28) vlak ligt
met de rechterkant van de zaagtafel (1).
•
Net zoals de geleiderail voor de parallelle
aanslag monteert u de geleiderail voor de
dwarsaanslag (41). De geleiderail (41) moet
zich nu centrisch ten opzichte van de zaagta-
NL
fel (1) bevinden.
•
Draai nu de losse schroefverbindingen vast.
Aanwijzing! De hoogte van de beide gelei-
derails moet zo worden gekozen, dat:
•
deze parallel zijn aan de zaagtafel,
•
de parallelle aanslag (7) bij het verschuiven
niet door de zaagtafel (1) wordt geblokkeerd,
•
er echter geen te grote spleet tussen gelei-
derail en parallelle aanslag (7) valt te herken-
nen.
6.3 Tafelinzetstuk monteren / demonteren
(afb. 6)
•
Bij slijtage of beschadiging moet het tafelin-
zetstuk worden vervangen. Anders bestaat
verhoogd verwondingsgevaar.
•
Zaagbladbescherming (2) eraf nemen (6.5).
•
De schroef met verzonken kop (17) verwijde-
ren.
•
Het versleten tafelinzetstuk (6) eruit nemen.
•
De montage van het nieuwe tafelinzetstuk
gebeurt in omgekeerde volgorde
6.4 Spouwmes monteren / demonteren
(afb. 7-9)
•
Gevaar! Netstekker uittrekken.
•
Zaagblad (4) instellen op max. snijdiepte,
naar de 0° stand brengen en vergrendelen.
•
Zaagbladafdekking demonteren (zie 6.5).
•
Tafelinzetstuk (6) eruit nemen (zie 6.3).
•
De bevestigingsschroef (19) losdraaien. Aan-
wijzing! Bevestigingsschroef (19) maar zo ver
openen, tot de spleet (14) ca. 5mm bedraagt.
De bevestigingsschroef (19) hoeft niet te wor-
den gedemonteerd om het spouwmes (5) te
bevestigen.
•
Steek nu het spouwmes (5) in de spleet (14).
Let erop dat het spouwmes recht en niet wan-
kelend is gemonteerd.
•
Het spouwmes (5) moet zich centrisch op
een ingebeelde verlengde lijn achter het
zaagblad (4) bevinden, zodat snijmateriaal
niet vastgeklemd kan raken.
•
De afstand tussen zaagblad (4) en spouw-
mes (5) moet 3 tot 8mm zijn.
•
De bevestigingsschroef (19) weer vastdraai-
en, tafelinzetstuk (6) en zaagbladbescher-
ming (2) monteren.
•
Het spouwmes (5) mag in verticale richting
niet lager dan 2mm dan het zaagblad worden
ingesteld.
•
De demontage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
- 131 -