Als alle geselecteerde bereidingszones niet binnen 30 seconden met een
kookpot worden bedekt, verschijnt een dikke streep op het linkerdisplay. Die
zone kan opnieuw geactiveerd worden met het commando "Pot toevoegen"
op het rechterdisplay.
BEREIDINGSZONE IN/UITSCHAKELEN EN KOOKVERMOGENS REGELEN
De kookzones inschakelen:
1.
Schakel de kookplaat in. Als een recipiënt al op zijn plaats staat, detecteert
het kookelement het automatisch. Selecteer de aangeduide zone en kies
het vermogen.
2.
Zet de kookpot in de gekozen bereidingszone en ga na of het één of
meerdere referentietekens op het oppervlak van de kookplaat bedekt.
* Als u deze positie gebruikt, verzekert u dat het voordeel van de maximale
vermogenoutput.
Let op: Bedek het display of de schuifbediening niet met accessoires. Als er
gereedschap op een van de displays ligt, werkt het kookelement mogelijk niet
goed. Op het rechterdisplay wordt de melding "CONTROLEER AANRAAKZONE,
verwijder het voorwerp binnen de minuut" weergegeven. Verwijder het
voorwerp en wacht tot de melding verdwijnt. Als het probleem aanhoudt,
koppelt u de kookplaat los van het stroomnet en sluit u het vervolgens terug aan.
In de kookzones in de buurt van het bedieningspaneel is het raadzaam om
pannen binnen de markeringen te houden. Dit geldt zowel voor de bodem
als voor de bovenrand van de pannen, die vaak breder is.
Hierdoor wordt oververhitting van het touchpad voorkomen. Voor grillen of
frituren gebruikt u zo mogelijk de achterste kookzones.
3.
Selecteer de bereidingszone of flexibele zone op het linkerdisplay.
4.
Stel het gewenste vermogensniveau in door met uw vinger te drukken
op of horizontaal te schuiven over de schuifbediening.
Het ingestelde vermogensniveau wordt weergegeven op het paneel van de
geselecteerde bereidingszone.
Elke kookzone heeft verschillende verwarmingsinstellingen, die gaan van "1"
(minimaal vermogen) tot "18" (maximaal vermogen).
Met de schuifbediening kan ook de snelopwarmfunctie worden gekozen,
die met de letter "P" wordt aangegeven op het display.
Let op: Als de pan niet geschikt is voor een inductiekookplaat, als hij niet
correct is geplaatst of geen geschikte afmetingen heeft, begint het paneel
van de bereidingszone te knipperen. Als er binnen 30 seconden na de selectie
geen pan wordt geregistreerd, dan wordt de kookzone uitgeschakeld.
De kookzones uitschakelen:
Selecteer de bereidingszone op het linkerdisplay en druk op de "OFF"
(UIT)-toets bovenaan de schuifbediening. Als de kookzone nog warm is,
verschijnt de restwarmte-indicator "H" op het betreffende paneel.
POT TOEVOEGEN
Wanneer een bereidingszone wordt gebruikt die uit verschillende zones
bestaat, kan de kookpot op eender welk punt van de actieve zone geplaatst
worden. De kookplaat herkent automatisch de positie van de kookpot.
Als u nog een kookpot op de geactiveerde bereidingszone wenst toe te
voegen, gebruikt u het commando "Pot toevoegen"
de nieuwe pot detecteert.
VERGRENDELING
Om te voorkomen dat de kookplaat onbedoeld wordt ingeschakeld tijdens
het reinigen of dat de bedieningselementen onbedoeld veranderd worden,
drukt u 3 seconden op de toets "Toetsvergrendeling"
en een waarschuwingslampje geven aan dat de functie is ingeschakeld.
Het bedieningspaneel wordt vergrendeld, met uitzondering van de
uitschakeltoets.
Om de bedieningselementen opnieuw te activeren drukt u opnieuw
3 seconden op de toets "Toetsvergrendeling"
gaat uit en de kookplaat is weer actief.
KOOKWEKKER
Wanneer de kookplaat uitgeschakeld is, kan de rechterdisplay gebruikt
worden als kookwekker.
De kookwekker inschakelen:
1.
Schakel de kookplaat in.
2.
Druk op het pictogram van de zandloper
functiebeheer wordt weergegeven.
3.
Gebruik de "+"/"–" toetsen om de tijd in te stellen
4.
Als de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal.
De kookwekker wijzigen of uitschakelen:
1.
Druk op het pictogram van de zandloper
functiebeheer wordt weergegeven.
2.
Gebruik de "+" en "–" toetsen om de gewenste tijd opnieuw in te stellen
of druk op de "STOP"-toets om de kookwekker uit te zetten.
DE BEREIDINGSDUUR INSTELLEN
De kookzones kunnen geprogrammeerd worden om automatisch te
worden uitgeschakeld.
De bereidingstijd instellen:
1.
Selecteer de bereidingszone en stel het vereiste vermogensniveau in.
2.
Druk op het pictogram van de stopwatch
functiebeheer wordt weergegeven.
3.
Gebruik de "+"/"–" toetsen om de tijd in te stellen.
4.
Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en
wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
De kookwekker wijzigen of uitschakelen:
1.
Selecteer de actieve bereidingszone.
2.
Druk op het pictogram van de stopwatch
functiebeheer wordt weergegeven.
3.
Gebruik de "+" en "–" toetsen om de gewenste tijd opnieuw in te stellen
of druk op de "STOP"-toets om de ingestelde bereidingstijd te wissen.
Er kan een bereidingstijd ingesteld worden voor elke zone of flexibele zone
met dezelfde procedure.
– 46 –
H
zodat de kookplaat
. Het waarschuwingslampje
dat op het display van het
dat op het display van het
at op het display van het
at op het display van het
een geluidssignaal