5.2 Afstellen van de bescherminrichting (fi g.
3)
•
Schakel het gereedschap uit. Verwijder de
netstekker uit het stopcontact!
•
Stel de inrichting (4) ter bescherming van uw
handen af zodat het de slijpen goed weg van
uw lichaam wordt geleid.
•
De positie van de bescherminrichting (4) kan
telkens aan de werkomstandigheden worden
aangepast; draai de afdekking (4) naar de
gewenste positie. De grendelnok (a) op de
bescherminrichting (4) moet in de overeen-
komstige positie (b) vastklikken.
•
Zorg ervoor dat de bescherminrichting (4) het
tandwielhuis correct afdekt.
•
Vergewis u er zich van dat de beschermin-
richting (4) in de overeenkomstige positie (b)
naar behoren vastklikt.
Vergewis u er zich van dat de bescherm-
kap goed vast zit.
Gebruik de haakse slijper niet zonder be-
scherminrichting.
5.3 PROEFDRAAIEN VAN NIEUWE SLIJP-
SCHIJVEN
De haakse slijper met gemonteerde slijp- of snij-
schijf minstens 1 minuut vrij laten lopen. Vibreren-
de schijven onmiddellijk vervangen.
6. Bediening
6.1. Schakelaar (fi g. 4)
De haakse slijper is voorzien van een veiligheids-
schakelaar ter voorkoming van ongelukken. Om
het gereedschap in te schakelen de grendelhef-
boom (a) naar voren schuiven en dan op de AAN/
UIT-schakelaar (2) drukken.
6.1.1 Toerenregelaar (fi g. 5)
Door draaien van de toerenregelaar (6) kunt u het
toerental vooraf kiezen.
schakelaarstand 1: ca. 3.000 t/min
schakelaarstand 2: ca. 6.000 t/min
schakelaarstand 3: ca. 8.000 t/min
schakelaarstand 4: ca. 9.800 t/min
schakelaarstand 5: ca. 10.500 t/min
schakelaarstand 6: ca. 11.000 t/min
Anl_TE_AG_125_CE_SPK2.indb 41
Anl_TE_AG_125_CE_SPK2.indb 41
NL
Het gepaste toerental is afhankelijk van het toe-
passingsgebied en van het nominale maximum-
toerental van het slijpgereedschap. Kies met de
toerentalregelaar (6) een toerental tussen 3.000
en 11.000 t/min. U kunt kiezen uit 6 verschillende
schakelaarstanden. De toerentallen bij de ver-
schillende schakelaarstanden zijn als volgt:
PLUS-richting:
hoger toerental
MIN-richting:
lager toerental
6.1.2 Bedrijfsindicator (fi g. 1)
Als de netstekker het stopcontact in is gestoken
brandt de bedrijfsindicator (7).
Wacht tot het gereedschap zijn maximaal
toerental heeft bereikt. Daarna kunt u de
haakse slijper op het werkstuk aanzetten en
bewerken.
6.2. Verwisselen van slijpschijven (fi g. 7/8)
Voor het verwisselen van slijpschijven hebt u de
bijgaande haaksleutel (5) nodig. De haaksleutel
(5) is in de extra handgreep (3) opgeborgen. Trek
desgewenst de haaksleutel (5) de extra hand-
greep (3) uit.
Let op! Om veiligheidsredenen mag de haakse
slijper niet met ingestoken haaksleutel (5) in wer-
king worden gesteld.
Netstekker uit het stopcontact trekken.
•
Eenvoudige verwisseling van schijf door spil-
vergrendeling.
•
De spilvergrendeling indrukken en de slijp-
schijf vergrendelen.
•
De flensmoer met behulp van de voorgatsleu-
tel open draaien. (fig. 7)
•
Verwissel van slijp- of snijschijf en draai dan
de flensmoer met de voorgatsleutel weer
vast.
Let op!
De spilvergrendeling slechts bij stilstaande
motor en slijpspil drukken!
De spilvergrendeling moet U bij het verwisse-
len van schijf blijven drukken.
Bij slijp- of snijschijven tot ongeveer 3 mm dikte
de fl ensmoer met de vlakke kant naar de slijp- of
snijschijf vastschroeven.
- 41 -
20.12.12 13:33
20.12.12 13:33