Vóór de installatie
Deze kraan van GROHE kunt u in combinatie met een
boiler of een c.v.-ketel gebruiken.
Het werken met lagedrukboilers ( = open
warmwatertoestellen) is niet mogelijk.
Om de kraan correct te kunnen gebruiken, moet de
stromingsdruk tussen 1 en 5 bar liggen.
Bij hogere stromingsdrukwaarden raden wij u aan een
drukreduceerventiel in te bouwen.
Bij het installeren vóór en na de montage de
koud- en warmwaterleidingen doorspoelen
totdat het water geheel helder en schoon is.
Eventuele bezinksels uit de leidingen zouden
anders de kraan verstoppen en het drinkwater
verontreinigen.
Let erop dat u de oppervlakken bij de installatie
niet met het gereedschap beschadigt. Daarom
in geen geval getande tangen gebruiken.
Installatie, pagina 2
-
= Nummer van afbeelding
1
8
Steek vóór de montage het bovenstuk A van de
1
trekstang in de kraan en schroef dit vast aan het
onderstuk B of bouw de glijketting in.
Schuif de pakking C op de kraan. Steek de kraan door
2
het gat in de bak D. Schuif de afdichtring E en de
montageset F er van onder op. Bevestig de kraan met
de moer G.
Voorkom dat de drukslangen van de kraan buigen
3
of verdraaien.
Schroef de drukslangen van de kraan met de
4
pakking H aan de hoekstopkranen.
Bouw de afvoergarnituur in.
5
Dicht de rand van het kelkvormige element I met
afdichtmiddel (verkrijgbaar bij de speciaalzaak)
en de meegeleverde o-ring J met de wastafel af.
Druk de kogelkoppelingstang K van de
5
afvoergarnituur omlaag. Draai de schroeven L en M
van het scharnierstuk N los. Steek het onderstuk van
de trekstang B in de boring van het scharnierstuk N
en druk dit tot de aanslag naar beneden. Schroef de
schroeven L en M met het onderstuk van de
trekstang B in verticale positie vast.
Open de koud- en warmwatertoevoer en
controleer de aansluitingen en de
afvoergarnituur op lekkages.
Bediening van de kraan.
6
Volumebegrenzer, pagina 2
Deze kraan is voorzien van een kardoes met een
volumebegrenzer. Daardoor is een traploze individuele
doorstroombeperking mogelijk.
In de fabriek wordt de maximale capaciteit afgesteld.
In combinatie met c.v.-ketels met
warmwatervoorziening en geisers is het gebruik
van de doorstroombeperking aan de
warmwaterkant niet aan te raden, i.v.m.
de tapdrempel van de geiser/combiketel.
Wip de plug Q los. Schroef het tapeind P met
7
een 3mm inbussleutel los en trek de greep O eraf.
Trek de kap R eraf.
Verander de capaciteit door de inbusbout met een
8
inbussleutel van 2,5mm te draaien.
Storingen verhelpen, pagina 1
Storing: Aanzienlijk minder water of andersoortige
waterstraal
1. Aanvoerdruk niet voldoende: Voorgeschakelde
installatie controleren.
2. Mousseur verstopt / verontreinigd: Mousseur reinigen
of vervangen.
Storing: lekkage in kraanhuis
1. Schroefverbinding (46 460) van kardoes (46 374) los:
Schroefverbinding van kardoes natrekken.
2. Pakkingen op bodem kardoes beschadigd of
verontreinigingen op afdichtvlakken: Koud- en
warmwatertoevoer afsluiten. Afdichtvlakken
controleren en reinigen of kardoes compleet
vervangen.
3. Ontoelaatbare gebruiksomstandigheden, zoals
warmwatertemperatuur boven 80 °C, of drukstoten
in voorgeschakelde installatie: Voor goede
gebruiksomstandigheden zorgen. Indien nodig
kardoes compleet vervangen.
Neem bij eventuele andere storingen contact op met
uw installateur.
Onderhoud en recycling
De aanwijzingen voor de reiniging vindt u in het
bijgaande onderhoudsvoorschrift. De kraan conform de
geldende nationale voorschriften afvoeren.
NL
8