PROBLEMEN OPLOSSEN
Alvorens u verzoekt om reparatie, kunt u zelf als volgt het probleem opsporen en oplossen. Als u een probleem
ondervindt dat niet in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven, mag u niet proberen het apparaat uit elkaar
te halen. Laat reparaties over aan een erkend Makita-servicecentrum, uitsluitend met gebruik van originele
Makita-vervangingsonderdelen.
Probleemomschrijving
Hogedrukreiniger start niet.
Geen/zwakke waterstraal
Instabiele hogedrukstraal
Waterlekkage
OPTIONELE ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita-apparaat
dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan
gevaar voor persoonlijke verwonding opleveren. Gebruik accessoires of hulpstukken uitsluitend voor de aangege-
ven doeleinden.
Wenst u meer bijzonderheden over deze accessoires, neem dan contact op met het plaatselijke
Makita-servicecentrum.
•
Spuitmonden en slangen
•
Originele Makita-accu en -acculader
OPMERKING: Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de doos van het product als standaard toebe-
horen. Deze kunnen van land tot land verschillen.
Waarschijnlijke oorzaak (storing)
Geen elektriciteit
Restdruk aanwezig in de pomp
De hogedrukreiniger werd langdurig op
hoge druk gebruikt.
Geen wateraanvoer of slechte
wateraanvoer
Lucht blokkeert de stroming van water.
Slechte waterslangaansluiting
Onvoldoende goede aansluiting
van de slangen (bij gebruik van de
aanzuigslang)
Verstopt(e) slang, filter of spuitmond
Beschadigde of versleten spuitmond
of slang
Verstopte spuitmond
Slechte aanzuiging van water
Water is te heet.
Slechte waterslangaansluiting
Beschadigde of versleten slang
88 NEDERLANDS
Oplossing
Breng opgeladen accu's aan en draai de aan-uit-
schakelaar naar de aan-stand.
Knijp de trekker in.
Schakel de hogedrukreiniger uit, voer water aan
vanuit een kraan in de inlaat en knijp de trekker in
terwijl u enige tijd water blijft aanvoeren. Schakel
daarna de hogedrukreiniger in.
Zorg ervoor dat de kraan open staat. Bij gebruik
van de toevoerslang en aanzuigslang, vult u deze
met water.
Zet de schakelaar in de uit-stand en zet hem daarna
weer in de aan-stand terwijl u de trekker ingeknepen
houdt.
Controleer de aansluiting tussen de hogedrukreini-
ger en de waterkraan.
Zet het koppelstuk vast als dit los zit.
Sluit het koppelstuk stevig aan.
Ontstop de slang, het filter of de spuitmond.
Vervang de spuitmond of slang.
Ontstop de spuitmond van de spuitlans met behulp
van de reinigingsprikker.
Controleer de waterslang, beginnende bij de kraan,
op lekkage of verstoppingen. Draai de kraan open.
Voer kouder water aan.
Controleer of de slangen stevig zijn bevestigd.
Vervang de slang.