Español
NORMAS DE SEGURIDAD
11.
No toque la broca. Realice las operaciones de mantenimiento
con el motor parado.
12.
No realice nunca Ud. mismo las operaciones o reparaciones,
salvo las de mantenimiento normal. Dirijirse a talleres
especializados y autorizados.
13.
M
antenga todas las etiquetas con las señales de peligro y
seguridad en perfectas condiciones. Si alguna se estropea,
sustitúyala de inmediato (vea pag.4).
14.
No utilice la máquina para una aplicación distinta de las que se
indican en el manual (vea pag. 27).
15.
No abandonar la máquina en el motor encendido.
16.
Controlar diariamente el mototaladro para asegurarse de que
funcionan todos los dispositivos.
17.
Al desplazarse, durante el trabajo, mantenga el motor del
mototaladro en ralenti.
18.
No trabajar con un mototaladro dañado, mal reparado, mal
montado o modifi cado arbitrariamente. No quite, dañe, o vuelva
inefi caz ningún dispositivo de seguridad. Utilizar unicamente
broca del ltipo indicado en el quadro (Vea pag. 37).
19.
No controle la chispa de la bujía cerca de su alojamiento en el
cilindro.
20.
Seguir siempre nuestras instrucciones para las operaciones de
mantenimiento.
21.
Si la barrena se bloquea, suelte la palanca del acelerador y pare
inmediatamente el motor.
22.
Si se necesita poner fuera de servicio el mototaladro, no se debe
de abandonar en el medio ambiente, se aconseja entregarla al
Distribuidor que proveerá a su correcta colocación.
23.
Dar (prestar) el mototaladro solamente a personas expertas o
con conocimiento del funcionamiento y del correcto uso. Prestar
conjuntamente el manual de instrucciones de uso, que se
deberá leer antes de comenzar el trabajo.
24.
Dirigirse siempre a su vendedor para cualquier otra aclaraciòn o
intervenciòn prioritaria.
25.
Conservar cuidadosamente el presente manual de instrucciones
y consultarlo en cada ocasión en que la máquina sea utilizada.
26.
Fijar el mototaladro sòlo en los soportes fi jos.
27.
Está prohibido aplicar a la toma de fuerza de el mototaladro
utensillos o accesorios que no sean los indicados por el
constructor.
28.
El propietario o el usuario es responsable de los riesgos y
accidentes sufridos por terceros y de los daños sufridos por
bienes.
LET OP - Indien de grondboor goed wordt gebruikt, is het een
krachtig en snel arbeidsinstrument, dat grote prestaties levert;
als de snjmachine niet op de juiste manier of zonder de nodige
voorzorgsmaatregelen gebruikt wordt, kan het een gevaarlijk
werktuig worden. Opdat u altijd prettig en veilig kunt werken de
hierna in de loop van de handleiding volgende.
WAARSCHUWING: Het ontstekingssysteem van uw apparaat
produceert een elektromagnetisch veld met een zeer lage
intensiteit. Dit veld kan interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig letsel of overlijden zo klein
mogelijk te houden moeten personen met een pacemaker hun
eigen arts en de fabrikant van de pacemaker raadplegen
voordat ze dit apparaat gebruiken.
WAARSCHUWING! – Nationale reglementeringen kunnen
bepalingen omvatten die het gebruik van de machine
beperken.
OPGELET – Deze grondboor mag slechts door één persoon
gebruikt worden.
1.
Gebruik de machine niet voordat u op de hoogte bent van de
specifieke manier waarop deze moet worden gebruikt. De gebruiker
dient eerst te oefenen met het apparaat voordat hij of zij het in de
praktijk gaat gebruiken.
2.
De gro
ndboor moet alleen door volwassenen in goede lichamelijke
conditie, die de gebruiksaanwijzingen kennen, gebruikt worden.
3.
Gebruik de grondboor niet wenneer U lichamelijk moe bent of onder
inveloed van alcohol of drugs verkeert (Fig. 1).
4.
Geen sjaals, armbanden of andere kleding, die tussen de machine of
de boor terecht zouden kunnen komen, dragen. Nauwsluitende
werkkleding dragen (zie pag. 10-11).
5.
Anti-slip werkschoenen, werkhandschoenen, oogbescherming,
haarbescherming en veiligheidshelm dragen (zie pag. 10-11).
6.
Sta het andere personen niet toe binnen de actieradius van de
grondboor te verbijven tijdens het starten, de carbonering en het
gebruiken (Fig. 2).
7.
Niet met werken beginnen, voordat het terrein volledig schoon- en
vrijgemaakt is. Niet in de buurt van electrische kabels werken.
8.
De grondboor alleen in heel goed geventileerde ruimtes gebruiken,
niet gebruiken in ontplofbare, ontvlambare of gesloten ruimtes (Fig. 3).
9.
Bij het vervoer van de grondboor moet de motor uitgeschakeld zijn,
met gedemonteerde boor.
10.
Vervang de boor zodra hij kapot is of er scheuren ontstaan (
Nederlands
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
11.
Raak de boor niet aan en voer geen onderhoudswerkzaamheden uit
terwijl de motor aan staat.
12.
Voer nooit in uw eentje werkzaamheden of reparaties uit die niet tot
het gewone onderhoud behoren.
13.
Houd alle etiketten met gevaar- en veiligheidssignaleringen in perfecte
conditie. Als ze beschadigd of onleesbaar worden, moeten ze
onmiddellijk worden vervangen (zie pag.4).
14.
Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan die in de
handleiding worden aangegeven (zie pag. 27).
15.
Laat het apparaat niet achter met draaiende motor.
16.
Dagelijks de grondboor controleren om zich ervan te overtuigen, dat
ieder onderdeel, al dan niet ter bescherming, goed functioneert.
17.
Verplaats de grondboor tijdens het werk met de motor op de
minimumstand.
18.
Geen beschadigde, slecht gerepareerde of gemonteerde of naar eigen
goeddunken aangepaste grondboor gebruiken. Geen enkele
veiligheidsvoorziening verwijderen, beschadigen of uitschakelen.
Alleen een boor met de in de tabel aangegeven type gebruiken
(zie pag. 37).
19.
Controleer de vonk van de bougie niet in de buurt van de opening van
de cilinder.
20.
Altijd onze instructies voor de onderhoudswerkzaamheden opvolgen.
21.
Als de punt geblokkeerd raakt, moet de versnellingshendel worden
losgelaten en de motor onmiddellijk worden afgezet.
22.
In geval men de grondboor buiten gebruik moet stellen, deze niet
ergens laten liggen, maar aan de verkoper overhandigen, die zal
zorgen voor de juiste berging.
23.
De grondboor alleen aan ervaren personen in handen geven of
uitlenen, die de werking en het juiste gebruik van de machine kennen.
Ook de handleiding met de gebruiksaanwijzingen meegeven om te
lezen alvorens met het werk te beginnen.
24.
Zich altijd tot uw verkoper wenden voor iedere verdere uitleg of
noodzakelijke ingreep.
25.
Deze Hendleiding zorgvuldig bewaren en raadplegen voor ieder
gebruik van de machine.
26.
Bevestig de grondboor niet op vaste de steunen.
27.
Het is verboden aan de krachtgreep van de grondboor gereedschap
or onderdelen aan the brengen behalve die door de fabrikant
aangegeven zijn.
28.
Vergeet niet dat de eigenaar of de gebruiker aansprakelijk is voor
ongevallen of risico's geleden door derden of voor schade aan
Fig. 4).
goederen.
9