Dit zijn de onderdelen van je zakverrekijker:
1 Verrekijker (onderste gedeelte)
2 Uitkijklens (objectieflens)
3 Verrekijker (bovenste gedeelte)
4 Inkijklens (oculair)
Zo gebruik je de zakverrekijker
Nadat je je verrekijker uit de verpakking hebt ge-
haald, kun je hem direct gebruiken. Houd met de
ene hand het onderste gedeelte van de verrekijker
vast (1). Dan houd je hem met de inkijklens (4) voor
14
je oog en kijk je zo naar een object op enige afstand
(bijv. een kerktoren).
Als je het object dat je van dichtbij wilt bekijken niet
direct scherp ziet, schuif je langzaam het bovenste
gedeelte van de verrekijker (3) verder naar binnen
of naar buiten. Je zult zien, dat de scherpte van het
beeld verandert. Al naar gelang hoe ver het object
verwijderd is, moet je de scherpte van het beeld af
en toe op deze manier bijstellen.