Battery Charger
WAARSCHUWING Alle plaatselijke wettige vei-
ligheidsregels betreffende installatie, bediening en on-
derhoud moeten altijd in acht worden genomen.
Beoogd gebruik
Dit product is bedoeld voor het opladen van uitsluitend de
volgende RC-batterijen. Ander gebruik is niet toegestaan.
Model
RC20BA20
RC20BA40
RC20BA60
Veiligheidsinstructie
• Lees de gebruiksaanwijzing alvorens de oplader te ge-
bruiken.
• Dit apparaat dient niet te worden gebruikt door personen
(inclusief kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke
of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij zij onder toezicht staan van of geïnstrueerd zijn
door een persoon die verantwoordelijk is voor hun vei-
ligheid.
• Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden, om te
voorkomen dat ze spelen met het apparaat.
• Gebruik de oplader alleen om Rodcraft-batterijen op te
laden.
• Laad niet-oplaadbare batterijen (primaire cellen) niet op;
explosiegevaar.
• Plaats alleen droge en schone batterijen op de batteri-
jhouder of de oplader en het gereedschap.
• De netspanning moet gelijk zijn aan de spanning die op
het typeplaatje van de oplader wordt vermeld.
• De batterijspanning moet gelijk zijn aan de spanning die
op het typeplaatje van de oplader en het gereedschap
wordt vermeld.
• Als u een verlengsnoer gebruikt voor de netadapter, zorg
dan dat totale stroombelasting van alle op het verlengs-
noer aangesloten apparaten niet hoger is dan de maximale
stroombelasting van het verlengsnoer.
• Gebruik geen verlengsnoeren met meerdere stopcontacten
voor gelijktijdig gebruik van meerdere apparaten.
• Gebruik buiten alleen verlengsnoeren die hiervoor zijn
goedgekeurd.
• Gebruik geen adapterstekkers. Misbruik kabels niet.
• Plaats de stroomkabel zodanig dat mensen er niet op gaan
staan. Plaats geen voorwerpen op de stroomkabel.
• Zorg dat er tijdens het opladen niemand in de buurt van
de batterij komt.
• Bescherm de netkabel tegen warmte, scherpe randen, olie
en bewegende delen van de machine.
• Houd kabels uit de buurt van warmtebronnen, olie,
scherpe randen of bewegende onderdelen.
• Indien op de batterij een beschermkap wordt gebruikt,
verwijder deze dan.
Onderdeelnummer
8951000467
8951000468
8951000469
© Rodcraft - 8956002313
• Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan de netka-
bel te trekken.
• Til de oplader niet op aan de netkabel.
• Wij raden gebruikers aan de oplader te gebruiken in een
beschermde en beveiligde ruimte die hiervoor is afgebak-
end.
• Bedien de oplader niet in de buurt van een explosieve
omgeving, bijvoorbeeld in de buurt van een gastanksta-
tion.
• Stel het gereedschap niet bloot aan regen of vocht.
• Gebruik de oplader niet als deze vuil of nat is.
• Bedek de oplader niet en houd de ventilatieopeningen van
de oplader open.
• Giet nooit vloeistoffen in openingen. Dit kan brand of
elektrische schokken veroorzaken.
• Voorkomen dat de batterijen op de vloer vallen door er-
voor te zorgen dat de oplader op een stabiele ondergrond
staat tijdens het opladen.
• Metalen onderdelen mogen niet in contact komen met
batterijhouders; kortsluitingsgevaar
• Koppel het apparaat af van het stroomnet voorafgaand
aan schoonmaakwerkzaamheden. Gebruik een vochtige
doek. Gebruik geen vloeibare of verstuivende schoon-
maakmiddelen voor het schoonmaken.
• Berg batterijdozen niet samen met metalen voorwerpen
op; kortsluitingsgevaar.
• Gooi batterijen niet in vuur en plaats ze niet bij het
huishoudelijk afval.
• Als u geluid of overmatige warmte van een batterij
waarneemt:
1. Verwijder de stekker van de oplader uit het stopcontact, in-
dien de batterij wordt opgeladen. Verwijder de batterij niet.
2. Blijf uit de buurt van de batterij.
3. Laat de batterij 12 uur met rust.
4. Neem contact op met uw Rodcraft-vertegenwoordiger.
Het product moet worden opgeslagen op een droge plaats met
goede ventilatie.
Productspecifieke instructies
Bediening
De batterij opladen
Zie schema 4 en schema 5:
De lader is voorzien van een groen (3) en een rood indi-
catielampje (4) voor de laadstatus van de batterij. Tijdens het
opladen licht het rode indicatielampje op. Nadat het opladen
is voltooid, licht het groene lampje op en gaat het rode lampje
uit.
1.
Sluit de lader (2) aan op een geschikt stopcontact. Het
groene oplaadindicatielampje gaat branden.
2.
Schuif de batterij (1) samen met de batterij-interface (5)
op de lader, het rode oplaadindicatielampje licht op.
3.
De lader kan warm worden en lichtjes brommen tijdens
het opladen. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Safety Information
23