Spanning afrastering:
de 6 leds (LED4 - LED9) geven de uitgangsspanning van de afrastering in stappen van 1.000V weer. De
weergave bouwt vanaf links op.
Voor een goede bewaking moeten ten minste 3 leds (3.000V) gaan branden, anders is de spanning te laag.
Mogelijke oorzaken:
●Met afrastering: overwoekering van de afrastering, slechte isolatoren, kortsluiting via metalen palen of afras-
tering te lang.
●Zonder afrastering: Het apparaat is defect, zie service
Energiebesparende functie:
een ingebouwde stroomspaarschakeling past het stroomverbruik automatisch aan de toestand van de afraste-
ring aan. Dit betekent minder stroomverbruik bij goed geïsoleerde afrasteringen en een hoger stroomverbruik
bij slecht geïsoleerde afrasteringen (geleiding door begroeiing etc.).
Argutectorweergave:
de 6 leds (fig. 5 LED 4 tot 9) geven de afrasteringsisolatie via de argutectorweergave aan in 6 stappen. De
niveauweergave bouwt vanaf rechts op. Als alle 6 leds branden, is de afrasteringsisolatie goed en voor het in
stand houden van de bewaking is weinig energie nodig. Hoe lager het aantal leds dat brandt, des te slechter
de afrasteringsisolatie door geleiding (begroeiing, takken die op het afrastering zijn gevallen, kortsluiting, slech-
te aarding). Er is meer energie nodig om een efficiënte bewaking van de afrastering te garanderen.
1
Met de drukknop
kunnen verschillende standen worden ingesteld. Door kort op de knop te drukken, wordt
de momenteel ingestelde stand weergegeven. Door telkens weer op de knop te drukken, selecteert u na elkaar
de verschillende standen. De laatst geselecteerde stand blijft ingesteld als u het menu verlaat. Na 5 seconden
geeft het apparaat opnieuw de afrasteringsspannings- en Argutectorwaarden aan.
Tabel 2
Volgende menupunten kunnen worden geselecteerd:
Normaal
Normale impulssequentie (1,5 seconden) De maximale uitgangsenergie kan worden bereikt.
1
Normaal
De stroomspaarschakeling regelt automatisch.
SMART
2
Smart
Normale impulssequentie (1,5 seconden) Regeling via APN*
DAY MODE
3
Normale impulssequentie (1,5 seconde) overdag, langzame impulssequentie (2,0 seconden) 's
nachts. Regeling via APN*
NIGHT MODE
4
Langzame impulssequentie (2,0 seconden) overdag, normale impulssequentie (1,5 seconde) 's
nachts. Regeling via APN*
SLOW MODE
L angzame impulssequentie (2,0 seconden) overdag, normale impulssequentie (1,5 seconde) 's
5
nachts. Regeling via APN*
NIGHT-ONLY MODE
6
Geen impulsafgifte overdag, normale impulssequentie (1,5 seconde) 's nachts. Regeling via APN*
* APN (Automatic Power Niveau): De uitgangsenergie van het apparaat wordt nu bijv. op 50% ingesteld en de
werkelijke afrasteringsspanning lopend gemeten. Als de uitgangsspanning onder 5.000 V ligt of onder deze waarde
zakt, regelt het apparaat de uitgangsenergie geleidelijk verder omhoog tot de uitgangsspanning boven 5.000 V ligt
of de maximale energie van het apparaat (100%) is bereikt. Om bewaking met zo min mogelijk energieverbruik te
garanderen, kan het uitgangsvermogen ook automatisch lager worden ingesteld, als de afrasteringsspanning boven
de minimale bewakingsspanning van 5.000V ligt.
Deze intelligente regelaar zorgt dat de ingestelde of minimale bewakingsspanning van 5.000V op het apparaat
steeds wordt gegarandeerd, terwijl ook de energiebehoefte van het apparaat wordt geoptimaliseerd.
ranger AN2000, ranger AN3000, ranger AN4800
27