4. Testgas 3 seconden na de start van de functietest afsluiten en verwijderen.
Duur van de meting en het resultaat afwachten.
5. Het resultaat mag maximaal 20% van het testgas afwijken. Bij een
testgasconcentratie van bijvoorbeeld 10 ppm is de functietest met een
resultaat van 8 tot 12 ppm geslaagd.
Als de functietest niet geslaagd is:
● de sensoreenheid kalibreren.
5.3
Kalibratie uitvoeren (meetmodi Zoeker en
Analyse)
Meetinstrumentfouten kunnen ertoe leiden dat een kalibratie niet mogelijk is.
De meetmodi Zoeker en Analyse worden tegelijkertijd gekalibreerd. De
kalibratie omvat een verse lucht kalibratie van de meetmodus Zoeker.
WAARSCHUWING
Afhankelijk van de gebruikscondities kan een dagelijkse kalibratie nodig zijn.
Bepaling van de kalibratiestatus door toepassing van testgas, zie functietest.
Als er tijdens opeenvolgende testen geen afwijkingen in de kalibratiestatus
worden vastgesteld, kan het kalibratie-interval stapsgewijs worden verlengd tot
60 dagen. Voor meer informatie raadpleeg de bevoegde Dräger-
vertegenwoordiging. Indien nodig, sensoreenheid kalibreren.
OPMERKING
Kalibratie uitsluitend met een testgas uitvoeren zoals gespecificeerd in het
technisch handboek.
OPMERKING
Testgas nooit aan overdruk blootstellen, maar een T-stuk of begassingsadapter
(bestelnr. 6851850) tussen de testgascilinder en de sensoreenheid plaatsen.
Uitsluitend een standaard-regelventiel (bestelnr. 6810397) met 0,5 mL min
gebruiken.
Voorwaarden:
–
Geschikte testgascilinder met standaard-regelventiel 0,5 mL min
begassingsadapter beschikbaar.
–
De sensoreenheid is ingeschakeld, met de Mobile App verbonden en de
inloopfase, opwarmfase en temperatuurstabilisatie zijn voltooid.
1. De testgascilinder via de gassing adapter met de sensoreenheid verbinden.
Het water- en stoffilter moet geplaatst zijn.
2. De kalibratie in de Mobile App starten en de aanwijzingen opvolgen. De
gebruiker wordt automatisch door de kalibratie geleid en erop gewezen
wanneer het testgas moet worden toegevoerd.
Als de kalibratie niet geslaagd is:
–
de Mobile App geeft aan dat de kalibratie niet is geslaagd.
–
Kalibratie herhalen, eventueel de sensoreenheid door
onderhoudspersoneel laten controleren.
–
Testgas controleren en de aanwijzingen in de Mobile App opvolgen.
5.4
Verse lucht kalibratie uitvoeren (meetmodus
Zoeker)
De volgende aanwijzingen voor verse lucht kalibratie in acht nemen:
–
Het nulpunt van de meetmodus Zoeker kan door genereren van interne
verse lucht ook in het veld worden gekalibreerd.
–
De verse-lucht-kalibratie is geen vervanging voor de kalibratie (zie
5.3 Kalibratie uitvoeren (meetmodi Zoeker en Analyse)), waarbij naast het
nulpunt ook de gevoeligheid van de sensor gekalibreerd wordt.
–
De verse lucht kalibratie heeft geen invloed op de meetmodus Analyse.
● De verse lucht kalibratie in de Mobile App starten en de aanwijzingen
opvolgen. Tijdens de verse lucht kalibratie moet een vinger voor het water-
-1
en stoffilter worden gehouden om de gastoevoer vanuit een met veel
schadelijke stoffen vervuilde omgevingslucht uit te sluiten.
Onderhoud
-1
en