. Ingebruikname
.. Veiligheidsvoorschriften
Bescherm het apparaat en alle aangesloten apparaten tegen
vocht, druipwater en spatwater. Vermijd stof, hitte en bloot-
stelling aan direct zonlicht om storingen te voorkomen.
Zet geen voorwerpen op de kabels omdat deze anders be-
schadigd kunnen raken.
Zorg voor voldoende ventilatie van het toestel. Houd vanaf de
achterkant van het toestel min. 5 cm en vanaf de beide zijkan-
ten min. 1 cm afstand tot muren en andere voorwerpen.
Leg geen voorwerpen (zoals tijdschriften en dekens) op de
netadapter om te voorkomen dat deze te warm wordt.
Zet geen bronnen van open vuur, bijv. brandende kaarsen, op
of in de buurt van de apparatuur.
Houd minimaal één meter afstand tussen het apparaat en
hoogfrequente en magnetische storingsbronnen (televisie-
toestellen, andere luidsprekerboxen, mobiele telefoons, enzo-
voort) om storingen in de werking te voorkomen.
Het apparaat kan worden gebruik bij een omgevingstempera-
tuur van +5 °C tot +35 °C.
Gebruik het apparaat uitsluitend in een droge omgeving.
In uitgeschakelde toestand kan het apparaat worden opge-
slagen bij een temperatuur van 0 °C tot +40 °C.
Bij grote schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid
kan er door condensatie vocht in het apparaat terechtkomen,
waardoor er kortsluiting kan ontstaan.
Neem het apparaat nadat het is vervoerd pas weer in gebruik
als het de omgevingstemperatuur heeft aangenomen.
.. Apparaat plaatsen
Plaats het apparaat op een vlakke, stabiele ondergrond.
Sommige agressieve meubellakken kunnen de rubberen pootjes van het appa-
raat aantasten. Zet het apparaat eventueel op een vaste ondergrond.
DE
FR
NL
ES
IT
PL
69