1
2
3
4
5
6
N.
',E.
,D,p'.,fi'
,,'fi.
f1l,,.'.,ff,
Q
Bedieningselementen
power
Hoofdschakelaar
phones
Aansluiting
voor
middel-
en
hoogohmige
stereo-
hoofdielefoon (aanbevolen impedantie
100
tot
2000 Ohm)
met
klinksteker
6,35
mm. De luidsprekers
worden
uitgeschakeld.
speakers
1
Keuzeknopje voor luidsprekerpaar
1
speakers 2
Keuzeknopje voor luidsprekerpaar
2
Wanner beid eknoples worden ingedrukt, zijn de luidspreker-
paren
1
en 2
ingeschakeld.
Op
deze manier kunt
u
twee afzon-
derlijke kamers van stereomuziek voorzien.
Zijn beide knopjes niet ingedrukt,
dat
vindt de weergave uits-
luitend
via
de hoofdtelefoon
plaats.
LED-indicatie
voor de gekozen programmabron
function
I
ngang-keuzeschakelaar
phono
voor grammofoonplaten
tuner
voor
radio-ontvanqst
tape
1
voor weergave van cassettenrecorder
tape
2
of bandrecorder
7
bass
8
treble
Regelaar
voor
bassen
en
hoge tonen,
voor
beide
kanalen gemeenschappelijk instelbaar. ln de middelste
stand
van
de
regelaar is het
frequentieverloop
liniair. Belangrijk:
by
maximale instelling van bassen
en hoge
tonen
en een
te groot
volume kunnen de luidsprekers overbelast
raken.
9
balancevoor
hetaanpassen van
het
geluid
van
beide
kanalen
aan
het
vertrek,
bijvoorbeeld wanneer de luidsprekers asym-
metrisch zijn opgesteld.
10
monitor
Keuzetoets voor monitor-nabandcontrole
11
loudness bij
ingedrukte toets worden bij gering volume
de
bassen
en (in
mindere
mate)
ook
de
hoge
ionen
geaccen-
tueerd
en
daarmee
aan de
gevoeligheid
van
het
oor aangepast.
12
volume
Volumeregelaar
Aansluitingen
13
GND Aardaansluiting (voor massa-aansluiting platenspeler)
14
PHONO Cinch-aansluiting
voor
platenspeler met
magneet-
systeem (zwart
:
rechter
kanaal,
wit
:
linker
kanaal)
De
bovendien aanwezige
aansluitdraad
dient
met
de
aard-
aansluiting GND
te
worden verbonden.
Dual
platenspelers met DIN-aansluitkabel kunnen met behulp
van de
als
speciale accessoire verkrijgbare
kabel (Dual
Artikel-
nummer 207
301)
worden omgebouwd.
TUNER Cinch- (RCA) aansluitingen voor
stereo-tuner
(radio-
toestel zonder eindtrap
en
luidspreker,zwarl:
rechter
kanaal,
wit
:
linker
kanaal). Voor een
volle
modulatie van
de
versterker
is
een ingangsspanning van ongeveer 200
mV
vereist.
TAPE
1
DIN-Aansluitbus voor band-resp. cassetterecorder
TAPE
2/MONITOR
INPUT
Cinch-
(RCA)
aansluitingen
voor
bandrecorder
o1
cassetten
reco
rde
r.
Aansluiting
bij
achterbandcontrole.
OUTPUT
Cinch-
(RCA)
aansluitingen
voor bandrecorder
ol
:
cassettenrecorder.
Versterkeruitgang met hoog
niveau.
18
SPEAKERS
1
Klemstrip voor luidsprekerpaar
1
19
SPEAKERS 2
Klgmstrip voor luidsprekerpaar
2
20
POWER/TUNER
Aansluiting voor de voeding van een
daar-
voor voorbereide
tuner
(zonder eigen
voeding),
bijv.
Dual
CT
1160. De
spanning
bedraagt 13,5
V-,
de
maximale stroom-
belastbaarheid bedraagt 500
mA.
De spanning
is uitsluitend
beschikbaar, wanneer de schake-
laar
function
6
in
de
stand
tuner
staat.
Voorbereidingen
Aansluiting
op het
lichtnet
Het
toestel
kan
worden
aangesloten
op een
wisselspanning
von
110
-
125
Y en
220
240
V;
het is in de fabriek ingesteld op
een
spanning van 230 V
16
17
Voor het
overschakelen op
110
*
125 V
dient
de
zekering,
die bij de
accessoires
is
verpakt. Deze mag beslist niet voor 230
V
worden
gebruikt!
Belangrijk:
Het
overschakelen
op
een andere spanning
mag uitsluiting
door een
vakman
worden
gedaan"
Alvorens
u
de
versterker
inschakelt, eerst
de
luidsprekers en eventuele
andere
apparatuu
r
(platenspeler, tuner, enz.) aansluiten.
Wenken
voor
het
opstellen
De
ventilatiesleuven
aan
de
boven-
en onderkant van
het
toestel
mogen
niet
worden bedekt, zodat de lucht frij
kan
circuleren.
Aansluiten
van de
luidsprekers
Op de hifi
stereoversterker kunnen twee luidsprekerparen worden
aangesloten.
Luidsprekerpaar
1
wordt
op
de klemmen
SPEAKERS
1
(18) en
luidsprekerpaar
2 op de
klemmen SPEAKERS
2
(19)
aangesloten.
Alle
luidsprekers met
een
impedantie
van 8
-
16
Ohm
kunnen
worden gebruikt.
De dwarsdoorsnede
van
het
luidsprekeraansluitsnoer
dient
per
ader
aan de
folgende eisen te
voldoen:
minstens 0,5
mm2 bij een
lengte tot 5 m, minstens 0,75
mm2
bij een lengte van
5
-
20
m
en
minstens
1,0
mm2 bij
een lengte van meer
dan
20
m.
Om
te
voorkomen
dat het
stereo-effekt verlorengaat,
mogen
uitsluitend de aansluitingen van dezelfde kleur op luidsprekers
en
receiver met
elkaar
worden verbonden.
De
rode aansluiting
moet
met
de,,+"
of
rode aansluiting van
de
luitspreker worden verbonden.
De zwarte aansluiting
moet
met
de
,,-"
of
zwarte aansluiting
van
de luidspreker worden verbonden.
Het snoer
van
de
linker luidspreker
wordt op de
aansluiting
L
aangesloten,
het
snoer
van de
rechter aansluiting op
R.
Links
L en
rechts
R
zoals gezien door de
luisteraar.
Bediening
Na
het
aansluiten
van de luidsprekers en de overige
apparatuur
wordt de
versterker inqeschakeld d.m.v.
een
druk
op
de
knop
power
(1).
lVet behulp
van
de jeuzeschakelaar
function
(6) kiest u
het ge-
wenste
programma (phono, tuner,
tape),
waarna
u het
daarvoor
vereiste toestel inschakelt.
Met behulp van de
regelknoppen regelt
u het
geluid.
Opnamen met een
recorder
Het
weergegeven programma (phono,
tuner,
tape)
kan
door
de op
TAPE
1 (16) en
TAPE 2
(17)
aangesloten recorders worden opge-
nomen. Het
moduleren van de opname dient
te
geschieden vol-
gens de gebruiksaanwijzing van
de opnamapparatuur.
Kopiören van band op band
Wanneer
u
twee
recorders
op
het
toestel
heeft aangesloten,
dan
kunt
u
het geluid van de ene recorder op de
andere opnemen,
zonderdat
u
de
verbindingen
behoeftte
veranderen.
Dit
is in
beide
richtingen
mogelijk (bij
ingeschakelde monitor alleen van Tape
1
naar
Tape 2).
Monitor
Met
behulp van
de
aansluiting
MONITOR (17) kan
de
opname
onmiddellijk met het origineel worden vergeleken, zonder dat
u
de
opname
onderbreekt. De
recorder waarmee u opneemt dient
echter voor meeluisteren geschikt te
zijn.
Aanslu
itmög
elijkheid
:
a)
Opnemende recorder
verbonden
met DIN-aansluiting TAPE
1.
Monitoruitgang
van
de
recorder
verbinden met
aansluiting
TAPE
2/MONITOR
INPUT
Weergave
van phono
of
tuner
mogelijk.
b)
Opnemende recorder
verbonden
met
cinch-
(RCA) aansluitin-
gen TAPE
2/MONITOR.
Daarbij input
van
de recorder
verbinden
met
aansluiting TAPE 2 OUTPUT
Monitoruitgang
van
de
recorder
verbinden met
aansluiting
TAPE
2/MONITOR
IT{PUT
Weergave
van
tape
1,
phono
of
tuner
mogelijk.
Toets
monitor
(10)
indrukken.
l
15