nl
1–9
Bedieningselementen
10*
Boter en kaasvak
11*
Voorraadvak voor kleine flesjes
12
Vak voor grote flessen
13
Verlichting (LED)
14*
Flessenrek
15*
Ontbijtset
16
Verskoelvak
17
Groentelade met
vochtigheidsregelaar
18*
Diepvrieslade
Bedieningselementen
Afb. "
Indicatie alarm
1
Wordt geaccentueerd als het te
warm is in het apparaat.
2
Temperatuurinsteltoets
koelruimte
Met de toets wordt
de temperatuur van de koelruimte
ingesteld.
3
Indicatie super
Brandt wanneer het superkoelen
actief is.
4
Temperatuurindicatie koelruimte
De cijfers komen overeen met de
ingestelde temperaturen in de
koelruimte in °C.
5
Indicatie eco
Wordt geaccentueerd wanneer de
eco-modus in de koelruimte
ingeschakeld is.
6
Insteltoets temperatuur
in de diepvriesruimte
Met de toets wordt
de temperatuur van
de diepvriesruimte ingesteld.
80
7
Indicatie „super"
(diepvriesruimte)
Brandt alleen als
het supervriessysteem
is ingeschakeld.
8
Temperatuurindicatie
Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de diepvriesruimte in °C.
9
Indicatie eco
Wordt geaccentueerd wanneer de
eco-modus in de diepvriesruimte
ingeschakeld is.
Apparaat inschakelen
Afb. "
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Het alarmsignaal is te horen.De
indicatie alarm knippert.
3. Druk op de temperatuurinsteltoets 6
om het alarmsignaal uit te schakelen.
De indicatie alarm knippert tot de
ingestelde temperatuur is bereikt.
De fabriek adviseert de volgende
instellingen:
Koelcompartiment: 4 °C
■
Diepvriescompartiment: -18 °C
■
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
■
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Door het volledig automatische
■
NoFrost-systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.