tot de eerste tekenen van overvulling, er komt gas uit de ver-
binding met de gaspatroon. Laat de brander een paar minuten
staan, zodat de gasdruk in de tank stabiliseert.
Werken met het toestel
Zorg ervoor dat er geen gaslekken zijn en draai vervolgens de
gasregelaar halverwege het werkbereik (III). Houd de vergren-
delknop van de blokkade tegen het indrukken ingedrukt en druk
vervolgens op de piëzoknop (IV) en houd deze ingedrukt. Het
ingebouwde ontstekingsapparaat zal het gas bij de uitlaat van
het mondstuk ontsteken. Stel de vlamhoogte af met de gasre-
gelaar. Houd de piëzoknop te allen tijde ingedrukt tijdens het
gebruik en het is niet nodig om de vergrendelingsknop vast te
houden om onbedoeld indrukken van de piëzoknop te voorko-
men. De piëzoknop kan in een ingedrukte stand worden ver-
grendeld. Houd hiervoor de piëzoknop ingedrukt en beweeg de
vergrendelingsknop er naar toe wanneer deze wordt ingedrukt
(V). Met de piëzoknop vergrendeld, zal het mogelijk zijn om te
werken totdat hij wordt ontgrendeld of tot wanneer het gas in
de tank is uitgeput.
Doven van de gasbrander
Als de piëzoknop niet is vergrendeld, laat u de druk erop los, de
gastoevoer wordt afgesloten en de vlam dooft.
Als een vergrendeling wordt toegepast na het indrukken van
de piëzoknop, moet deze eerst worden ontgrendeld door de
vergrendelingsknop te bewegen wanneer deze van de piëzo-
knop wordt weggedrukt en vervolgens worden losgelaten tot
de druk van de piëzoknop, wordt de gastoevoer afgesloten en
dooft de vlam.
Nadat de brander is gedoofd, draait u de gasregelknop volledig
in de minrichting. Laat het apparaat rechtop op de voet staan
voor koeling.
Let op! Het is verboden om af te koelen met een straal water.
Onderhoud van het toestel
Reinig het apparaat met een zachte, vochtige doek. Een gro-
tere vervuiling moet worden verwijderd met zeep opgelost in
water. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen. Neem
in geval van storingen en verontreiniging van het mondstuk
contact op met het servicecentrum van de fabrikant. Het is ver-
boden om het mondstuk zelf te reinigen, vooral met scherpe
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
NL
voorwerpen. Breng geen wijzigingen aan het apparaat aan.
Gebruik het apparaat niet met beschadigde elementen.
Opslag
Bewaar het product in de meegeleverde eenheidsverpakkin-
gen of in vergelijkbaren gesloten dozen. Bewaar het product in
schaduwrijke, droge en goed geventileerde ruimten. De plaats
moet ontoegankelijk zijn voor omstanders, vooral kinderen. Het
apparaat moet rechtopstaand worden opgeslagen. Stel het
apparaat niet bloot aan temperaturen boven 50
langdurige blootstelling aan zonlicht.
°C
en vermijd
39