8
vochtigheidsgraad binnenshuis
9
HI / LO alarm binnentemperatuur en vochtigheidsgraad
10 binnentemperatuur
11 temperatuureenheid
12 alarm ingeschakeld binnentemperatuur en
vochtigheidsgraad
13 icoon signaalontvangst
14 MIN / MAX
15 temperatuur dauwpunt
b. Weericonen
zonnig
gedeeltelijk
betrokken
Weersvoorspelling
c.
De pijltjes tussen de weericonen geven de tendens van de atmosferische druk aan.
Een daling of een stijging van die druk voorspelt dus het weer. De pijltjes naar rechts
geven een stijging van de druk en een weersverbetering aan. Pijltjes naar links geven
een daling van de druk en een weersverslechtering aan.
De wijziging van de iconen geschiedt door een vergelijking van de relatieve
atmosferische druk met het drukverschil van de laatste 6 uren. Bij een verandering
van het weer zullen de pijltjes gedurende 3 uur knipperen. Wanneer er geen
weersverandering wordt voorspeld, worden de pijltjes normaal weergegeven.
Weersvoorspelling
d.
De drempel kan naar eigen keuze worden ingesteld van 5 ~ 9 hPa (standaard op 6 hPa).
Wanneer de druk daalt beneden de ingestelde drempel binnen 3 uur, dan zullen de
regenicoon en de pijltjes gedurende 3 uur knipperen om aan te geven dat er storm wordt
voorspeld.
Nota in verband met de gevoeligheid van de weersvoorspelling
De drempel voor de atmosferische druk kan ingesteld worden van 2 ~ 4 hPa (standaard 3 hPa). Stel deze
drempel in op een hogere waarde daar waar de druk vaak verandert en instabiel is en omgekeerd.
8. Het weerstation programmeren
a. Quick display-modus
Druk op SET in de normale weergavemodus.
o Buitentemperatuur / dauwpunt: druk op MIN / MAX of + om te schakelen tussen de
buitentemperatuur en het dauwpunt.
o Absolute druk / relatieve druk: druk op MIN / MAX of + om te schakelen tussen de absolute en de
relatieve druk.
Druk op SET om de instellingen te bevestigen en om de volgende insteloptie weer te geven. Druk op SET
om door de displayopties te scrollen en om naar de normale weergavemodus terug te keren.
b. Instelmodi
Houd SET gedurende 3 seconden ingedrukt in de normale weergavemodus.
Druk op SET om een insteloptie te selecteren: Formaat tijdszone – Formaat 12 / 24h – Manuele
tijdsinstelling (h / m) – Kalender (Y / M / D) – Temperatuureenheid (°C of °F) – Eenheid atmosferische
druk (hPa of inHg) – Instelling relatieve druk van 919.0 hPa ~ 1080.0 hPa (standaard 1013.5 hPa) –
Instelling drempel atmosferische druk (standaard 2 hPa) – Instelling drempel storm (standaard 4 hPa).
Druk op + of MIN / MAX om de instellingen te wijzigen. Houd + gedurende 3 seconden ingedrukt om de
instelling snel te wijzigen.
Druk op SNOOZE / LIGHT om naar de normale weergavemodus terug te keren.
OPMERKING: Wijzig eerst de eenheid en pas dan de waarde. De omzetting van een waarde naar een
andere eenheid brengt een nauwkeurigheidsverschil met zich mee.
c. Alarmmodi
Druk op ALARM in de normale weergavemodus om de HI alarmmodus weer te geven.
Druk opnieuw op ALARM om de LO alarmmodus weer te geven. Na de eerste druk op ALARM wordt de
weergave vernieuwd om de huidige HI en LO alarmwaarden weer te geven. De normale alarmwaarde
wordt enkel weergegeven voor de waarden die geactiveerd zijn. Alle andere waarden worden als - - - of -
- weergegeven.
Druk op ALARM om naar de normale weergavemodus terug te keren.
Druk op SET in de HI alarmmodus om volgende opties te selecteren: Tijd alarm (h / m) – HI alarm
vochtigheidsgraad binnenshuis – HI alarm binnentemperatuur – HI alarm vochtigheidsgraad buitenshuis
– HI alarm buitentemperatuur – HI alarm atmosferische druk.
21.01.2015
WS1170
betrokken
regen
23 HI alarm atmosferische druk
24 absolute of relatieve atmosferische druk
25 LO alarm atmosferische druk
26 atmosferische druk met 24-uurhistogram
27 atmosferische druk
28 eenheid atmosferische druk
29 alarm atmosferische druk
De vier iconen (zonnig, gedeeltelijk betrokken,
betrokken en regen) geven de weerstoestand weer.
Deze iconen wijzigen volgens een verschil in
atmosferische druk.
9
Rev. 04
©Velleman nv