8. Na afloop van het snel opladen, wordt de accuspanning
door de lader gedetecteerd. De lader wordt automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu te veel
wordt geladen en alle vier lampjes van de oplaadmeter
en het groene lampje op de lader branden.
9. De lader heeft één USB-poort met een uitgangsstroom
van 0,5 A en een uitgangsspanning van 5 VDC. Sluit de
lader niet aan op een apparaat dat meer dan 0,5 A nodig
heeft.
Afbeelding 13: Plaatsen van de accu
A
B
C
Afbeelding 14: Accu
A. Pool
B. Vergrendelknop
C. Oplaadmeter
ZCTGR8845CE Rev. A
L1
Afbeelding 15: Oplaadmeter
L1 - Lampje brandt: 25% geladen
L2 - Lampje brandt: 50% geladen
L3 - Lampje brandt: 75% geladen
L4 - Lampje brandt: 100% geladen
Accu
Oplaadmeter
Als u op de oplaadmeterknop drukt, gaan de lampjes
branden en ziet u de resterende gebruiksduur van de
accu. De lampjes blijven 5 seconden lang branden.
NB: Als het lampje L1 op de oplaadmeter knippert, moet
de accu worden opgeladen.
Laadcyclusteller
Druk de oplaadmeterknop tien (10) seconden lang in om
de stand van de laadcyclusteller te bekijken.
Tel het aantal keren dat de lampjes knipperen om te zien
hoe vaak de accu is opgeladen.
Voorbeeld 1:
L1 - knippert één (1) keer
L2 - knippert drie (3) keer
L3 - knippert vier (4) keer
L4 - knippert vijf (5) keer
Dit betekent dat de accu 1345 keer is opgeladen.
Voorbeeld 2:
L1 - knippert niet
L2 - knippert zes (6) keer
L3 - knippert zeven (7) keer
L4 - knippert acht (8) keer
Dit betekent dat de accu 678 keer is opgeladen.
32
L2
L3
L4
(05/20)