Installatie-instructies
•
Een objectief met automatische diafragmaregeling Video drive controleert intern het
videosignaal van de camera en stelt de diafragmaregeling automatisch in op het wijzigende
lichtniveau. Doorgaans hebben deze objectieven een niveauregelaar aan de zijde van de
objectiefbehuizing (raadpleeg de handleiding van de leverancier van het objectief). Zorg dat de
objectiefschakelaar is ingesteld op VD wanneer u een objectief met automatische Video drive
diafragmaregeling gebruikt.
•
Een Direct Drive (DC-iris)-objectief wordt intern door de camera bestuurd en de
diafragmaregeling wordt automatisch ingesteld op de diverse lichtniveaus. Als u het niveau van het
objectief wilt instellen op 1 volt piek-piek, gebruikt u de potentiometer voor verstelling van het DC-
niveau aan de zijde van de camera. Zorg ervoor dat de objectiefschakelaar is ingesteld op DD
wanneer u een Direct Drive-objectief gebruikt.
I
NSTALLATIEHANDLEIDING VOOR OBJECTIEVEN
Objectieven met vast diafragma. Stel het objectief in op oneindig en richt het op een object
op meer dan 5 meter afstand. Als het object wazig en onscherp is, gebruikt u de verstelbare backfocus
ring van de camera om de beeldweergave te verbeteren.
Objectieven met handmatige diafragmaregeling. Open het diafragma volledig en stel het objectief in
op oneindig. Richt het op een object op meer dan 5 meter afstand. Als het object onscherp is, gebruikt u
de verstelbare backfocus ring van de camera om de beeldweergave
te verbeteren. Stel de gewenste scherpte in voor het objectief.
Objectieven met automatische diafragmaregeling Video Drive (VD) en Direct Drive-objectieven.
Open het diafragma volledig door het objectief af te dekken met een geschikt neutraalfilter (niet
meegeleverd). Stel het objectief in op oneindig en richt het op een object
op meer dan 5 meter afstand. Stel het beeld scherp met de verstelbare backfocus ring van de camera.
Verwijder de neutraalfilter (ND) en stel de gewenste scherpte in. Herhaal deze procedure om de
instelling te bevestigen.
De scherpte-instelling is overdag mogelijk anders dan 's nachts, alsook de hoeveelheid infraroodlicht die
door de camera wordt opgenomen. Tip, regel voor de scherpte het objectief in bij de meest ongunstigste
situatie.
1
I
NSTALLATIE
WAARSCHUWING
Stel de eenheid niet bloot aan vocht.
38