Installatie-instructies
3
E
XTRA AANPASSINGEN
Verstelbare backfocus ring: als u het objectief wilt aanpassen gebruikt u de meegeleverde
schroevendraaier, draait u de schroef van de verstelbare backfocus ring linksom zodat u de verstelbare
backfocus ring kunt draaien. (Zie afbeelding 1.) Lijn de camera uit met de focus van het objectief door
aan de verstelbare backfocus ring te draaien tot het beeld uiterst scherp is.
Wanneer de uitlijning is voltooid, maakt u de schroef van de verstelbare backfocus ring opnieuw vast
met de bijgeleverde schroevendraaier.
3.1
DD-
NIVEAU
Wanneer de objectiefschakelaar is ingesteld op de DD-modus, kunt u de diafragmaregeling instellen
zodat altijd de juiste belichting is gegarandeerd afhankelijk van de positie en lichtsterkte. (Zie afbeelding
2.)
3.2
MON OUT (BNC)
Op de BNC-aansluiting op de achterzijde van de camera kunt u de BNC-connector aansluiten van een
lokale monitor of van een monitor waarmee u de installatie van de camera wilt testen.
3.3
K
NOPPEN VOOR FASEREGELING VAN EXTERNE
SYNCHRONISATIE
LET OP
De faseregeling moet door gekwalificeerd service-personeel of een installateur
worden uitgevoerd.
De verticale fase van het camera videosignaal kan worden gesynchroniseerd met de fase van de
50Hertz AC-voeding door met een tweekanaals-oscilloscoop de video-uitgangsignaal (V-rate) van de
camera te controleren en de faseregelingstoetsen voor netspanningsynchronisatie aan te passen zodat
de fasen van beide signalen gelijk liggen.
44
(
DC-
VOOR TYPE
IRIS OBJECTIEVEN
)